Jeroen Wielaert - Bij het kijken naar de beelden uit spookstad Brussel bedenk ik hoe Utrecht dit weekend uit eten en drinken is gegaan en het leven extra uitbundig heeft gevierd met het zingen van smartlappen. Geen lege straten met zwaar bewapende militairen – de aanblik van een kosmopolitische stad waar alle bruis had plaats gemaakt voor angst en dreiging.

Bij ons rond de Dom zal het door menigeen met zorg en betrokkenheid zijn aangezien. Maar niemand had reden om angstig thuis te blijven. Alleen de KPN was storend, langdurig kampend met ontregeld televisiekijken. Het was ook wel weer eens rustig, een avond zonder zware beeldschermterreur.

Mijn goede oude studievriend Paul Wamsteeker was uit zijn huidige woonplaats Neede naar Utrecht gereisd om de groep Magma te zien, een van zijn oude lievelingsbands. Ze speelden zaterdagavond een uur tijdens Le Guess Who? De progressieve Franse rockgroep is in 1969 opgericht door drummer Christian Vander. In Utrecht was Magma toch weer een ontdekking.

Paul schreef op Facebook: ‘Bekende composities kregen een frisse en zeer intense uitvoering. Iedereen stond gebiologeerd te luisteren. In de zachte passages was het publiek muisstil en na afloop volgde een enorme ovatie. Het was een bijzonder weerzien na veertig jaar.’

Kortom: ouderwets genieten. Het was wel bijzonder om te weten dat Magma uit Parijs komt. Dat gaf het optreden een extra bijzondere lading, gelet op de beklemmende dagen die de Franse hoofdstad doormaakt, samen met Brussel.

Utrecht heeft lang geleden te maken gekregen met de Duitse terreurgroep die al jaren niet actief meer is: de RAF. De stad was geen doelwit, maar een toevallig station op een vluchtroute. In de avond van 22 september 1977 kwam het in een autoverhuurbedrijf aan de Croeselaan tot een schietpartij tussen een arrestatieteam en Knut Folkerts, een voortvluchtig RAF-lid. De Duitser loste daarbij een dodelijk schot op brigadier Arie Kranenburg en is daarna overmeesterd.

Het proces tegen Folkerts vond plaats in het najaar, met veel vertoon van politie en pantserwagens bij het voormalige gerechtsgebouw aan de Hamburgerstraat. Ik kan me dat goed herinneren uit mijn studententijd. Er kwamen Engelse journalisten binnen om hun stukken door te bellen in ons Café De Vriendschap.

Erger is het nooit meer geweest in Utrecht. De stad heeft na 1977 wel alles te maken gekregen met lastige allochtone jeugd – Kanaleneiland was het broeinest voor het groezelgedachtengoed van Geert Wilders. De problematiek is van alle kanten aangepakt met allerlei vormen van beleid. Nog is de veelbesproken wijk geen lustoord van louter lieverdjes, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het klimaat er behoorlijk is verbeterd.

Afgelopen vrijdag reed ik laat in de middag naar een afspraak in Café Buurten, vlak bij het Wilhelminapark. Onder het fietsen zag ik dat er op het Janskerkhof een demonstratie gaande was. Er stonden oostelijk uitziende mensen in een wijde kring naast het standbeeldje van Anne Frank. Een paar zwaaiden met Afghaanse vlaggen. Anderen hielden spandoeken op met teksten als TERRORISM NO NO.

Een jonge vrouw met een hoofddoek riep door een microfoon om dat motto ook over het plein te laten schallen. Zo weerklonk het. Het was een waardige, korte demonstratie, zonder politie, zonder geweld. Hij heeft, vreemd genoeg, weinig aandacht gekregen in de media. Wellicht omdat er wat afgedemonstreerd wordt, dezer dagen. In alle stilte vond ik de bijeenkomst tamelijk spectaculair.

In Parijs is na de aanvallen van vorige week vrijdag de roman A Moveable Feast van Ernest Hemingway weer een bestseller geworden. Het is het nostalgische relaas van de vrolijke tijd die Hemingway als jonge expat-schrijver beleefde in Parijs – les années folles, Parijs als een groot feest. In de NRC las ik dat uitgever Gallimard tienduizend pockets heeft laten bijdrukken.

Het is heel verleidelijk om te variëren op die ene beroemde zin uit het boek.

“Als je het geluk hebt gehad om in Utrecht te hebben gewoond als jongeman, dan neem je dat de rest van je leven mee, waar je ook gaat, want Utrecht is een verplaatsbaar feest.”