Jeroen Wielaert - ‘Mooie billen!’ Spontaan floept het uit de mond van een bezoekster bij het aanschouwen van ‘Mijn Gerucht’, de interpretatie die John Noy schilderde van het meest beroemde schilderij van de Utrechtse surrealist Joop Moesman.

John Noy met Mijn Gerucht. Foto: Ton van den Berg

Het doek is te zien op de tentoonstelling in de Stadsschouwburg die fungeert als een ouverture van Moesmania, de grootscheepse manifestatie die Utrecht de komende tijd weer terug brengt in de grillige verbeeldingswereld van de gekwelde kunstenaar.

Zijn naaktschildering gaf aanstoot vlak na de oorlog. Geen billen, maar borsten zorgen anno 2020 opnieuw voor opmerkelijk tumult: een prachtfoto van Jaap van der Klomp is uit de expositie geweerd. Het is geen surrealistisch nieuws, maar ook een haast onwerkelijke waarheid.

Die vrouw, fietsend over een Utrechtse keienstraat richting een blok oude gebouwen, een viool gebonden op het achterrek onder haar prominente blote achterwerk. Het was niet eens de meest onwerkelijke fantasie van Joop Moesman. Voor de tentoonstelling heeft fotograaf Luuk Huiskes een achttal afbeeldingen gemaakt over een mogelijke compositie van Het Gerucht. De basis is een oude glasplaat met een foto van de oorspronkelijke weg: de Rijnstraat. Die is verdwenen onder de nieuwbouw van Hoog Catharijne, ter hoogte van de voormalige vestiging van V&D.

Maar hoe de geest van Joop Moesman te lokaliseren? Bij de opening van de tentoonstelling diagnostiseerde  Maarten van Rossem: ‘Hij was vooral iemand met zware levensangst. Hij is zijn leven lang bij de Nederlandse Spoorwegen blijven werken omdat hij niks anders aandurfde. Hij stond scheef in het leven.’

Maarten van Rossem. Foto: Ton van den Berg

Van Rossem memoreerde ook de toonbank waarin Moesmans vader erotische prenten bewaarde. Genoeg extra achtergrond in een amusant betoog over de aberraties van de schilder die nu, 111 jaar na zijn geboorte weer in het Utrechtse leven terug keert.

De revolte van de Sixties voorbij, met alles van de bevrijding van seksuele taboes, was het Gerucht van Moesman niet meer dan een doek met esthetisch naakt. De schilder zelf zei dat het gewoon een blote meid was, op zoek naar een strijkstok. Verder moest je het volgens Moesman niet zoeken, je moest er vooral naar kijken.

Dat kijken blijkt nu een probleem bij de inzending van een foto van Jaap van de Klomp. Hij baseerde zich op het Avonduur, een doek van Moesman met de omvangrijke borsten van een vrouw met zwarte handschoenen en een zwart gemaskerd hoofd. Het is een indringend kunstwerk, een Gerucht van voren.

In de Stadschouwburg mag het niet getoond worden, maar wel een naakt van Jeroen Hermkens. Natuurlijk ontstond daar rumoer over, veel meer dan geruchten. Ik maakte een rondgang.

Jaap van de Klomp: ‘Heel eervol…’

Felix Visser (stiefzoon van Moesman): ‘Het is de nieuwe verpreutsing. We laten ons allemaal de les lezen over wat niet kan. Gekleed zwemmen, kan dat dan? Moesman krijgt weer gelijk over de dingen waar de mensen bang voor zijn. Niet voor de Russen, niet voor de Chinezen, maar voor de Arabieren.’

Lucia Claus (directeur Stadsschouwburg): ‘Het is ons actief voorgelegd. Omdat we veel schoolkinderen op bezoek krijgen hebben we gezegd: “liever niet.” Nieuwe preutsheid? Dat mogen ze zeggen. Je maakt altijd een afweging.’

Jaap Roëll (stichting Muzum): ‘Het is eigenaardig, inconsequent. Waarom wel een naakt van Jeroen Hermkens? In 1947 heeft burgemeester Ter Pelkwijk een doek van Moesman laten verwijderen. Een teleurstelling, maar Moesman was ook tevreden dat het gebeurde. Het gaf reuring. Nu is de verklaring dat het gaat over een semi-openbare ruimte. Als je naar kunst en cultuur gaat is bloot niet te vermijden. Kunst en cultuur kennen geen barrières. Het gaat om alles te verklaren. Grijp die kans!’

Jeroen Hermkens: ‘Het zou raar zijn als ik een vrouw die van een fiets stapt in klederdracht schilder. Het is een idiote discussie. Naakt is zo normaal. Ik schilder sterke vrouwen. De kwetsbaarheid van het naakt is ook hun kracht.’

Maarten van Rossem: ‘Anno 2020 een foto van een naakt verwijderen is volstrekt idioot. Het is regressie naar de jaren vijftig. Je kunt dus dat naakt niet ophangen, terwijl in de zomer vrijwel de halve bevolking onder de 25 praktisch naakt loopt. Kijk, als ik naakt zou rondlopen, moeten ze dat zeker wel verbieden.’

Jeroen Hermkens en zijn interpretatie van Het Gerucht onder de titel: Aankomst op Oudegracht. Foto: Ton van den Berg