Wielaert - Zaterdag is het honderd jaar geleden dat Gavrilo Princip in Sarajevo Franz Ferdinand doodschoot en dus stond ik afgelopen weekend bij de plek van de aanslag met Joop Zoetemelk, Stephen Roche en Christian Prudhomme.

In de hoofdstad van Bosnië Herzegowina was een Grand Prix de la Paix georganiseerd, een vredeskoers bij wijze van aftrap voor een gedenkweek over het uitbarsten van de Eerste Wereldoorlog, ingeleid door die moordaanslag. Sarajevo, Hart van Europa, is het motto.

Het was onvermijdelijk dat de naam Utrecht viel, als model voor een droom. Er zijn mindere plaatsen dan Sarajevo om het over Utrecht te hebben, maar wonderlijk, dat was het ook.

Als ingewijde inzake Grand Départs heb ik Prudhomme de afgelopen jaren steeds beter leren kennen en bezig gezien. In Sarajevo kwam ik hem tegen in de lobby van zijn Hotel Europa. Na de begroeting zei ik: ‘Volgens mij ben je hier met meer bezig dan die Grand Prix. Ben je iets aan het voorbereiden?’ Prudhomme lachte en zei: ‘Ja, pak maar een paar bierviltjes.’

Hij doelde op de oorspronkelijke inventarisatie voor een Grand Départ van de Tour in Utrecht, januari 2002. Later in de middag was ik bij de persconferentie met de burgemeester van Sarajevo, professor doctor Ivo Komšić. Hij sprak gloedvol over een belangrijke boodschap. Hij zei: ‘De beelden uit de recente oorlog zijn bekend. Nu is Sarajevo een stad van vrede, begrip en solidariteit.’

Ik was over Snipers Alley gekomen, de beruchte boulevard van de sluipschutters uit de Joegoslavische burgeroorlog van de jaren negentig, had de talloze kogel en granaatinslagen gezien, wel of niet weg geplamuurd.

Nu vroeg ik aan Komšić of hij met zo’n boodschap eigenlijk geen Grand Départ wil in 2018, het jaar dat de Eerste Wereldoorlog ten einde kwam. ‘Oh zeker, zeker, zeker,’ zei hij enthousiast.

Christian Prudhomme voegde zich erbij en temperde de hartstocht. ‘Ik begrijp dat de wil er is,’ zei de Parijzenaar, ‘maar Sarajevo ligt ver weg van Frankrijk. Je kunt er wel een paar etappes houden en dan een verplaatsing doen, maar dat kost een hele rustdag en daar houd ik niet van.’

Werkelijk, het bleek maar weer eens dat het eenvoudiger is om een Grand Départ in Utrecht te organiseren. Ik heb burgemeester Komšić verteld dat zoiets, in het hart van Nederland, aanvankelijk voor onmogelijk werd gehouden. Vooral door Utrechters.

Een dichtbij mirakel is de aanstaande heropening van het Postkantoor aan de Neude. Puntgaaf stadsmonument, zonder kogelgaten. Het is een doorbraak van de armzalige zielloosheid van KPN en ASR die het bestonden om het monumentale pand lethargisch leeg te laten staan.

Op Utrechtse vermetelheid berust de verheugende verandering niet. Het is het succes van een ondernemer uit Delft: evenementenorganisator Imre van Leeuwen, directeur van Shivers, in 2010 ook al betrokken bij de Tourstart in Rotterdam. 

Het belangrijkste is dát het gebeurt, om te beginnen met een expositie over de uitvindingen van Leonardo da Vinci. Het gebouw van Crouwel en de beelden en versieringen van Hendrik van den Eijnde hebben te lang moeten zuchten onder postzegels, pakketjes en concertkaartjes.

Eindelijk wordt de enige juiste bestemming een feit: exposities. Ik zie het wel voor me in de maanden voor de Tour: na Da Vinci het werk van stedelijke kunstenaars als John Noy, Kees Wennekendonk, Ruud Kuijer en vele anderen, met aanvulling van wielerkunst uit het buitenland. Allemaal in het hart van Utrecht, aan de Neude.

Heerlijk, wonderen. 

Jeroen Wielaert