Jeroen Wielaert - Er zijn niet veel Utrechters die de bouw van de Domtoren hebben meegemaakt van begin tot eind, 1321-1382, in totaal 61 jaar. Anno 2018 kijkt menige stadsbewoner verbaasd op naar de nieuwe torens die zomaar uit de grond verrijzen in het Stationsgebied, gevoelsmatig binnen een half jaar.

In die wonderbaarlijke dynamiek verdwijnt het blakend witte Stadskantoor van 2014 geleidelijk, maar gestaag uit het zicht (door een kantoor dat al treffend 'wethouder Hekkinggebouw' wordt genoemd). Het is een van de schaduwzijden van de miraculeuze metamorfose van het Stationsgebied, onderdeel van het centrum van Nieuw Utrecht.

Het Stadskantoor torende bij de voltooiing boven het toen nog te voltooien station uit als symbool van de Manhattisering van het Utrechtse centrum. Het duurde niet lang, of er kwam een merkwaardig zwart scherm voor te staan: het nieuwe World Trade Center. De naburige hoogbouw gaat in snel tempo door. Het Stadskantoor zal spoedig verdwijnen achter de gevels van het Central Park (90 meter) en de Appartemententoren Van Sijpesteijnkade (ook 90 meter).

Als het deze eeuw zo snel verder gaat is het Stadskantoor alleen nog te zien van boven op de Domtoren. Zit je daar als burgemeester met al je ambtenaren straks alleen maar naar ommuring te kijken, terwijl het volk beneden een paspoort komt ophalen, zonder zich verder over de verloren omgevingsschoonheid van het gemeentelijk kantoor te bekommeren.

Met tal van Utrechters kan ik me verbazen over dit soort nieuwe zichtlijnen. Het gaat er niet om dat er niets te zien en te bewonderen is, nu de bouwdynamiek naar grote hoogten stijgt, al moet het nog altijd onder de lengte van de Domtoren blijven. Bedenkelijk is dat zelfs het nieuwe stedelijke kantoor niet de tíjd heeft gekregen om in zijn pracht alleen te staan boven de Spaanse Trappen van het ook al vernieuwde Jaarbeursplein.

Hier is geen sprake van wanbeleid, begrijp ik van wethouder Victor Everhardt. Hij zei dat afgelopen woensdagmiddag bij de presentatie van het boek dat de torenhoge Ed van Eeden schreef over twintig jaar bouwen aan het Stationsgebied Utrecht, met als zijtitel Operatie Open Hart. Everhardt meldde dat het allemaal contractueel was bepaald. Het stond al zwart op wit, Utrecht moet verder niet zeuren.

Van Eedens boek staat vol Oral History over twee decennia besluitvorming en bouwen die geen gewone Utrechter meer kon bevatten, behalve als hij bijna een bouwput in fietste. In een veelvoud van lagen is het onder veel anders mooi om te lezen hoe het vergaan is met het referendum van 2002, het jaar dat de Utrechtse burger het schijnbaar even voor het zeggen kreeg. Het was kiezen tussen 1 en A volgens een zorgvuldig voor gekookt plan: compact en hoog, of ruim en groen.

Utrecht is 16 jaar verder. De machtige metamorfose openbaart zich als A1, 2 tot 3.0. Er is nog veel te doen. Nog eeuwen lang zal de Domtoren op eenzame hoogte staan in de goede oude binnenstad.