Jeroen Wielaert - Het is een routine van jaren, slalommen door de reclamekaravaan op de Route du Tour. Deze keer is er een verheugende verandering in gekomen: de vier wagens van Utrecht te passeren, met hun Nijntjes op het dak. Het is ook in Utrecht met veel plezier opgemerkt.

Dat kwartet Skoda’s maakt wereldpubliciteit voor de stad. Tot en met de Vogezen, dan gaan ze terug. Assez, zeggen ze in Frankrijk, genoeg. En natuurlijk blijven de twijfels over waar het allemaal goed voor is.

In de Belgische kwaliteitskrant De Morgen stond afgelopen dinsdag een sceptische column van Hans Vandeweghe. Ik las: ‘Als neutrale toeschouwer vraag je je af wat die Fransen buiten hun land te zoeken hebben. Dat is simpel: geld verdienen, en veel geld.’

Vandeweghe betoogt verder: ‘Je moet je afvragen of de buitenlanders die zo graag zoveel geld neertellen voor die start, daardoor de Tour de France niet mee te groot hebben gemaakt. Is dat niet de klacht: het economisch belang van de Tour dat niet in verhouding staat tot de rest van het wielrennen?’

Ik verdenk Hans ervan dat hij wel beter weet, maar hij had aanleiding genoeg voor zijn kritiek. Hij had gezien dat het in Engeland domweg veel te druk was: ‘Ook gisteren weer bijna elke honderd meter een onvoorzichtige toeschouwer onthoofd door een renner. De fototoestelletjes en smartphones vlogen om de haverklap door de lucht.’

Gelukkig hoeft de columnist zich daar geen zorgen over te maken wat betreft Utrecht. Daar zullen volgend jaar op dag 1 hekken langs heel het dik dertien kilometer lange parcours staan. In de tweede etappe, bij de uittocht uit stad en provincie Utrecht is de weg vrij, het zal er druk zijn, maar niet zo smal als die Engelse weggetjes. Geen probleem!

De Tour is een volstrekt commercieel sportevenement, al meer dan honderd jaar lang. De directeuren hebben na de Tweede Wereldoorlog het buitenland opgezocht op de vleugels van de nieuwe Europese Unie, in het belang van de vrede. Natuurlijk gaat het om geld, maar ook om het feest.

Ik ken het enthousiasme van Christian Prudhomme. Sinds zijn aantreden in 2006 is hij al vier keer buiten Frankrijk vertrokken (Monaco niet meegerekend) en volgend jaar zal het de vijfde keer zijn. Het is voor de Tour vooral iets anders dan dat eeuwige Frankrijk.

De begroting van de Tourstart in Leeds was 43 miljoen euro. Dan doet Utrecht het heel bescheiden. Dat zal ook zo zijn met de opbrengst: minder dan de geschatte 100 miljoen pond in Engeland. Het zal ook genoeg zijn, voor Utrecht. In elk geval is het zo dat niet alleen de Tourorganisatie er beter van wordt, maar ook een stad en de omringende streek.

De Utrechtse Nijntje-vier heeft afgelopen week wel pech gehad. Na een etappe sneuvelde er een voorruit door een rondslingerende ijzeren staaf, mogelijk afkomstig van een vrachtwagen. Er raakte niemand gewond. Utrecht ging krachtig door in de Tour. Dan kwam ik ze vrijwel als eerste tegen, bij het bereiken van de karavaan. In de rangorde reden ze voor de wagens van Vittel uit, in het wiel van een brillenfirma met New Vision, de sapjes van Teisseire en de stokbroden van Bavette.

Goed om ze op die positie te zien rijden. Je moet het beste bewaren voor het laatst.

Jeroen Wielaert