Jeroen Wielaert - Hij blijft een fenomeen, meer door zijn imago dan door zijn boeken. Amerikaan in Parijs, Pamplona, Havana. Jager, visser, vrouwenverslinder, drankorgel. Het is natuurlijk wel duidelijk waarom Ernest Hemingway nog steeds fenomenaal is, dik een halve eeuw nadat hij een eind maakte aan zijn gekwelde bestaan. 

Hij wordt in onze streken weinig meer gelezen, maar blijft des te meer tot de verbeelding spreken, ook door het beeld dat hij van zichzelf schiep. Meer machomodel dan auteur, zo overleeft hij, onsterfelijk, ver na het ondraaglijk geworden leven. Dat vind ik nog altijd het vreemdste: dat er nog altijd duizenden mannen zijn die op hem willen lijken. Ga maar kijken in de Sloppy Joe, Key West, Florida. 

Afgelopen zomer stond ik oog in oog met zijn buste, pal voor de stierenarena van Pamplona. De plaquette werd respectvol bijgewerkt. Ik bedacht dat ik niets had met stierenvechten, maar wel met de schrijver die graag zelf een toreador wilde zijn. Als mens was hij evenveel buffel als ezel. Hier stak een stukje herkenbaarheid in. 

In Utrecht gedenken ze hem tien dagen. Reken maar dat het loopt. Het begon al goed met een lezing door Michael Palin. Die ging vooral over het nareizen van de rusteloze auteur. Ik herken dat wel. Niet alleen de wens om hem na te reizen, maar ook om hem te ontmoeten. Moet wel een aardige peer geweest zijn, achter dat ruige imago. Een stakker, ook, maar dat wilde hij niet weten.

Uit de zaal kwam de vraag waar Hemingway nú naartoe zou gaan. Palin: 'Naar een lookalike-wedstrijd in Key West. En dan bang zijn om niet te winnen.'

(Heel veel over Hemingway nog een week lang bij het festival Literaire Meesters, klikhier)