Jeroen Wielaert - Natuurlijk is de vestiging van een NSB-museum aan de Maliebaan een foute gedachte. Het is een beetje dom, erg kortzichtig en getuigt van een groot gebrek aan historisch besef.

Het doet te kort aan het beladen en zeer interessante oorlogsverleden van de stemmige oude avenue, in de zeventiende eeuw aangelegd voor het spelplezier van studenten. Die anonieme brief kan wel de aanzet zijn tot iets goeds, al was dat niet de bedoeling van de foute grappenmaker.

De brief is de afgelopen week in de buurt van de Maliebaan aangekomen als een exemplaar van Volk en Vaderland, het huisorgaan van de NSB. Even schrikken, vooral voor de mensen van het kinderdagverblijf op nummer 35.

Wellicht is de opsteller van het NSB-epistel op het idee gekomen door de onzalige Zwarte-Pieten-discussie. Hij moet gedacht hebben aan de mannen van de WA, de Weerbaarheidsafdeling van de NSB die leider Anton Mussert en andere leden tegen geweld van politieke tegenstanders moesten beschermen. Ze gingen gehuld in het zwart en zo paradeerden ze ook over de Maliebaan.

Mussert zag Utrecht gaarne als Stad der Beweging, de nationale hoofdzetel van de NSB. Geheel ten onrechte heeft de gemeente daardoor het stempel ‘Foute stad’ gekregen. Het aantal NSB-kiezers week percentueel niet bijzonder af van de rest van het land en daalde tijdens de bezetting even sterk als elders.

De anonieme oprichter van het niet bestaande NSB-museum rechtvaardigt zijn initiatief met de nuancering inzake de begrippen goed en fout. Hij baseert zich op moderne historici voor wie de oorlog geen moreel ijkpunt meer is. En wil blijkbaar licht werpen op het feit dat de NSB reuze deugde als een vaderlandslievende en Oranje-gezinde partij. Het is een niet volledig onzinnig streven, maar dan ter ijking van de hedendaagse politieke geschillen in het geplaagde vaderland.

De Maliebaan is een onschuldige, deftige bomenlaan waarop tal van panden aan weerszijden samen het verhaal van de bezetting bewaren. Ik heb er zelf een hoofdstuk aan gewijd in mijn boek Route 40-45, over Nederlandse plekken van oorlogsherinnering. Wout Buitelaar schreef er zijn Panden die verhalen, Een kleine oorlogsgeschiedenis van de Utrechtse Maliebaan over. En nóg weten ook veel Utrechters niet wat er zich heeft afgespeeld.

Denk aan nummer 40. Kardinaal Jan de Jong huisde er, schuin tegenover de NSB. De aartsbisschop was fel anti-nazi, met de andere bisschoppen had hij de katholieke gelovigen het lidmaatschap van de NSB verboden. Op nummer 74 hield tijdens de oorlog de Sicherheits Dienst huis, met martelingen in de kelder.

Bij de buren van 72 bis deden ze wat anders. Daar zat dr. Max. Het was de schuilnaam van verzetsvrouw Marie Anne Tellegen. Ze hielp bij het distribueren van Vrij Nederland en hielp mee aan de verstoring van het sociaaleconomisch beleid van de bezetters.

In 2008 onthulde burgemeester Wolfsen een plaquette met herinneringen aan verzetsvrouw Dr. Max. Foto: Ton van den Berg

De Maliebaan kortom is een Utrechts openluchtmuseum van de Tweede Wereldoorlog. Er is veel meer te zien dan alleen dat bruine pand van de NSB. Een nieuw oorlogsmuseum hoeft er volgens mij niet te komen. Goed gedocumenteerde borden aan de gevels, compleet met een internetsite zijn al genoeg om meer inzicht te geven over de fijne verdeling van goed en fout op deze bijzondere laan. Dan kunnen de kinderen op nummer 35 rustig verder spelen.