Jeroen Wielaert - Het is nog niet zeker of de koning komt, maar de Tourdirecteur is hem in Utrecht al ruimschoots voor gegaan, als minzame president. Christian Prudhomme is de laatste jaren vaker onder de Dom geweest dan Willem-Alexander.

Steeds weer is hij als een vorst ontvangen, met alle egards omringd. Hij heeft niks te regeren in Nederland, behalve de komende Tourstart. Afgelopen donderdag was Prudhomme niet de baas bij het openingsfeest van de honderd dagen naar het Grand Départ. Andermaal zag de Parijzenaar wel genoeg van de creatieve kracht van Utrecht.

Mooi om te zien hoe de Tourstart werkelijkheid wordt, zonder dat er een meter wordt gefietst. Bernard Thévenet, Joop Zoetemelk, Jan Janssen en Bernard Hinault: ze kwamen niet vooruit op de rolbank bij het aantrappen van het orgel in het Museum Speelklok. Wel lieten ze de Tour opklinken in passende melodieën, zoals de tune van Radio Tour de France. Tourwinnaars vol op het orgel. Het kan alleen in Utrecht.

Eerder had Prudhomme in het Stadskantoor rondgelopen op mijn expositie over twaalf jaar Tourlobby. Hij zag de foto van het diner in het museum Speelklok, waarbij burgemeester Annie Brouwer hem een geschenk aanbood. Het was 27 november 2007. Daarna liep de Tourdirecteur langs het paneel met de foto’s over de definitieve bekendmaking in Parijs. Hij zei tegen zijn trouwe linkerhand Cyrille Tricart: ‘Kijk, 27 november 2013. Dat is dus precies zes jaar later!’

Tourdirecteur Prudhomme kijkt hoe Jeroen Wielaert op zijn foto-expositie wijst. Foto: Ton van den Berg

Hetzelfde besef deelde hij met mij, toen we later op de dag over het Domplein naar het Academiegebouw liepen. Hij herinnerde zich weer hoe mooi de Marseillaise van het Domcarillon had geklonken. In de koffiekamer van het Universiteitsgebouw sprak ik Philippe Sudres, het hoofd communicatie van de Tour. Hij was nog nooit in de stad geweest. Het bezoek beviel hem zeer goed. Hij zei: ‘C’est joli. Een heel leuk oud centrum. Het mooie is dat alles te belopen is. Ook straks bij de start. Ik kan gewoon uit het hotel naar de Jaarbeurs wandelen.’

De compactheid, de korte afstanden: dat is ook wat Jean-Louis Pagès zo pleziert, als hoofd van start- en aankomstplaatsen. Utrecht wordt op dat punt een model voor de toekomst genoemd. Toch valt het niet in alle gevallen na te bootsen. Volgend jaar zal het in Normandië weer heel anders gaan. Het wordt niet simpel om te lopen naar het Grote Vertrek bij de klassieke kusteiland Mont Saint-Michel. En om bij Utrecht te blijven: ploegen, pers en publiek zullen in veel gevallen toch behoorlijke afstanden moeten afleggen om bij de start te komen.

Het weer mag op 4 juli beter zijn dan donderdag bij het VJ-spektakel op en rond het Stadskantoor. De regen en de kou bedierven het feest toch niet. Vooraf maakte ik me zorgen. Des te verheugender was het om te zien dat het plein toch volstroomde met diehards in dikke jacks. Het werd een fraai spektakel van fantastische projecties, stijlvolle trappendans en joyeuze muziek van Kyteman. Een beetje langdradig was het wel. In de ontvangstzaal in het Beatrixtheater was het zicht op het spektakel heel goed, maar de aanwezige hoge gasten hadden snel meer oog voor elkaar. Niemand miste de koning.