Jeroen Wielaert - Na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo zat ik op de gure woensdagmiddag van 7 januari al snel bij Jos Collignon in zijn Utrechtse werkkamer. De cartoontekenaar van de Volkskrant was geschokt, wist niet direct hoe hij moest reageren met zijn potlood. Hij was een goede bekende van de oude Georges Wolinski, een van de slachtoffers. Voor mijn NOS-microfoon zei Jos dat het een aanslag was op de vrijheid van meningsuiting. Spoedig stond ook Utrecht op tegen de terreur.

Het Domplein was een van de vele Europese demonstratieplaatsen van protest en solidariteit. Ook hier gingen borden omhoog met ‘Je suis Charlie.’ Burgemeester Jan van Zanen zei dat hij contact had gehad met zijn Parijse vrienden, in dit geval niet François Hollande, maar Christian Prudhomme. Het was niet onlogisch om aan Van Zanen te vragen of hij zich zorgen maakte over de veiligheid van de Tour de France die nog komen moest. Geflankeerd door minister Schippers zei de burgemeester dat ze heel waakzaam waren.

Niet veel later kreeg ik vertrouwelijke mededelingen over die waakzaamheid. Het was onderwerp van overleg in de hoogste kringen, tot en met defensie. Het nam mijn zorg niet helemaal weg, ondanks de wetenschap dat de Tour een evenement is voor vriendelijke bermtoeristen en niet voor hooligans, laat staan terroristen. De Utrechtse Tourstart is daarna uitgemond in een formidabele, onvergetelijke vredesmanifestatie. Een opluchting voor iedereen. Voorbij was de gedachte aan aanslagen.

Nu is het motto ‘Je suis Paris’.

Als alles normaal was verlopen, had Frankrijk in het Stade de France vriendschappelijk gewonnen van Duitsland, hadden de klanten van bars en restaurants Le Petit Cambodge, Le Carillon en La Belle Équipe gezellig gegeten en gedronken en was het publiek in Concertzaal Bataclan overdonderd door de klanken van de Eagles of Death Metal, met heftige nummers als Complexity en Whorehoppin’. In plaats daarvan werden het tonelen van terreur, in een nieuwe uitbarsting van extremistische boosaardigheid.

In Utrecht had ik eerst een paar glazen gedronken in Binnen Best en daarna was ik met twee oude vrienden gaan eten in Grieks Restaurant Europa. Alles bleef vredig in de Domstad. De Parijse terreur kwam later op de avond dichtbij op de televisie.

Ook Utrecht wordt toch geconfronteerd met de internationale spanningen, zij het zonder kogelregens. De aanpak van het vluchtelingenvraagstuk is een forse splijtzwam in de Utrechtse coalitie. Nóg gaat het er in de stad best netjes aan toe, zonder branden in het vluchtelingengebouw aan de Amerikalaan in de voorheen zo broeierige banlieue Kanaleneiland. Utrechtse vrijwilligers zetten zich op Lesbos in voor vluchtelingen, wat iets anders is dan doorzuipen op Chersonissos-niveau.

Bij het zien van de beelden uit Parijs verheug ik me over de beschaafdheid van Utrecht.