Henk Westbroek - Magistrale voetballers die op leeftijd komen en niet meer zo snel kunnen rennen als toen ze een ietsjepietsje jonger waren, gaan bij mindere clubs spelen.  Zo kwam Wim van Hanegem tegen het eind van zijn spelersloopbaan bij FC Utrecht. Hij was in 1981 nog steeds een genot om naar te kijken en in de regel de beste man van het veld. Maar goed, als de op 1 na beste Nederlandse voetballer ooit een klein stapje terug doet, kan 95 procent van de jongere eredivisiespelers nog steeds niet in zijn schaduw staan, dat hoef ik u niet uit te leggen.

Van Hanegem en ik hebben 2 dingen gemeen. We hadden jarenlang dezelfde tandarts die gespecialiseerd was in de behandeling van mensen die doodsbang voor tandartsen zijn. En ik heb ook wel eens een stapje terug gedaan. Tot mijn 50e jaar opereerde ik qua alcoholinname in de top van de eredivisie, maar op de dag dat ik 50 werd besloot ik om af te dalen naar amateurniveau. Ging moeiteloos en tot op de dag van vandaag drink ik nog maar incidenteel een wit wijntje. Of een gin tonic. Of een biertje. Of een…. nou ja er bestaan minstens net zo veel lekkere drankjes als voormalige topvoetballers.

Omdat ik niet aan de grote klok hing dat ik besloten had om de alcohol af te zweren en wel een bescheiden reputatie bezat dat ik er niet vies van was, haalden mijn vrienden nog steeds ruim bier voor me in huis. Om er vervolgens achter te komen  dat ze dat allemaal zelf moesten opdrinken. Geen straf als het warm is.

Ook het bevoegd gezag kende de reputatie waar ik niet meer naar leefde. Ik reed in mijn auto op de Graadt van Roggenweg een fuik in en moest blazen. De agente herkende me, ze wist in ieder geval mijn naam, en was diep teleurgesteld toen het apparaat aangaf dat ik niks op had.

“Heeft u gedronken?”, vroeg ze. Ik knikte, want dat doe ik namelijk de hele dag door. Koffie met name. Ze haalde er een tweede apparaat bij. Ik blies en weer niks. Drie keer is scheepsrecht, maar we bliezen door tot poging 5 en ja hoor. Ik bleek opzienbarend te veel gedronken te hebben en moest uitstappen om gearresteerd te worden.

Een agent die dit mooie resultaat kwam controleren, informeerde de blaastest-agente dat ik volgens haar meting al 3 keer dood moest zijn. Ik mocht doorrijden. Dat weigerde ik omdat ik eerst on-gearresteerd wilde worden. “Als ik nu gearresteerd en wel weg zou rijden, dan ben ik formeel op de vlucht en word ik misschien wel klemgereden of beschoten. Pas als ik on-gearresteerd ben rij ik door.” De agent die de agente assisteerde kreeg een lachbui en on-arresteerde me. Waar hij een katholiek kruisje bij sloeg.

Dit is een leuk verhaal voor later, bedacht ik onderweg naar huis en een koud  biertje. Om er vervolgens nooit meer aan terug te denken. Totdat ik van de week in de prachtige Duitse stad Heidelberg met 32 graden  op een terrasje ging zitten. Een tafeltje verder zat de blaastesteres. Net als ik nu vele kilo’s te zwaar. Ze dronk een watertje. Mag ik U om nostalgische redenen een half litertje Duits bier aanbieden?”, vroeg ik om te plagen. Ze zei: ”Graag Henk!”