Henk Westbroek - Via mijn buurman kwam ik aan een timmerman die bij mij een verrot kozijn moest vervangen. Bij de koffie vertelde de goeie man dat hij een eenmanszaak had. Daar was ik dolblij om, want zijn taalgebruik illustreerde dat het een vakman van de oude stempel was.

Zou het een vakman van de jonge stempel zijn geweest dan had hij namelijk gezegd dat hij een Zelfstandige Zonder Personeel was; een ZZP-er dus. Vroeger kwamen eenmanszaken vrij weinig voor, maar tegenwoordig kun je met ZZP-ers alle Utrechtse grachten dempen en dan hou je er nog genoeg over om een brug over het Amsterdams Rijnkanaal van te bouwen.

Waarom schieten die eenmansbedrijven als paddenstoelen uit de grond? Daar zijn drie redenen voor. Er zijn tegenwoordig wat meer mensen die liever voor zichzelf dan voor een baas werken. Er zijn ook heel veel mensen die weten dat het weinig zin heeft om bij een baas naar werk te solliciteren, omdat er naar hun vakmanschap sinds de crisis zowat geen vraag meer is.

Die mensen nemen vervolgens dan maar de gok om voor zichzelf te beginnen. De belangrijkste reden om de ZZP-groei te verklaren is dat het barst van de mensen die door hun baas op straat gezet zijn en die toch in hun eigen tak van bekwaamheid aan het werk willen blijven. In plaats van werkeloos af te wachten of de voedselbank al in zicht komt. Deze mensen worden, min of meer noodgedwongen, dan vaak ook maar ZZP-er.

Bij de VVD zijn ze gek op ZZP-ers, want het zijn immers ondernemers. Kleine ondernemers weliswaar, maar toch; het is geen werkvolk! Bij de PvdA vallen ZZP-ers ook goed in de smaak, want iedereen die ZZP-er is, wordt in de statistieken niet meegeteld als werkeloze. Dit terwijl vrij veel van die eenpitters vrij vaak toch vrij werkeloos zijn.

De man die bij mij in een dag een nieuw kozijn plaatste en in de lak zette, verklapte ‘s middags bij de thee dat het klusje bij mij zijn eerste in die week was. En het was al donderdag. Zijn weekend zou trouwens ook de dag erop al beginnen.

Omdat er veel ZZP-ers zijn die best elke dag zouden willen werken, maar niet elke werkdag werk hebben, ligt volgens het FNV (die tegenwoordig al is uitgerust is met een heuse vakbond voor ZZP-ers) het gemiddelde inkomen van zo’n eenpitter lager dan dat van iemand die hetzelfde werk bij een baas doet.

Omdat menig ZZP-er in een permanent gevecht tegen de armoede gewikkeld is, ontbreekt vaak het geld om voor later een pensioen te kopen. Dat de regering van plan is om in de nabije toekomst voor dit probleem met een oplossing te komen, illustreert de pensioenellende waar veel ZZP-ers mee te kampen hebben.

Ik ken bij mij in de buurt iemand met een reclamebureautje. Die vrouw was pas gedwongen - wegens gebrek aan opdrachten als gevolg van de crisis - twee mensen te ontslaan. Die twee mensen werden vervolgens - met financiële steun van de nieuwe variant van het ouderwetse arbeidsbureau - allebei ZZP-er. Vanzelfsprekend in de reclamebranche. Die twee beconcurreren nu - met een voorlopige inkomenscompensatie van het centrum voor werk en inkomen voor de dagen dat ze niks te doen hebben - hun voormalig werkgever.

Dat gaat ze goed af, want mijn buurvrouw moet kantoorruimte huren plus de bijbehorende parkeerplaatsen. En het kantoor moet warm worden gestookt en als zij even geen werk voor haar personeel heeft, moet zij zelf toch de loonkosten ophoesten.

Die twee nieuwe reclame ZZP-ers hebben al die uitgaven niet, want die werken thuis, dus die hoeven er helemaal geen kantoor op na te houden. Als ze toch behoefte hebben even lekker onder de gelijkgestemde mensen te zijn, nemen ze hun laptop onder de arm mee naar een Starbucks . Waar ze vervolgens onder het genot van twee, soms wel drie, kopjes espresso een dagje gaan zitten werken. Oké, dat kost deze ZZP-ers dan wel de prijs van die paar kopjes koffie, maar daar staat tegenover dat ze - het zijn alleenstaanden - thuis de verwarming kunnen uitzetten.

(Deze column is met toestemming van de auteur overgenomen uit De Oud-Utrechter van 3 februari 2015).