Henk Westbroek - Op het eerste gezicht is het onzinnig om een stad met een mens te vergelijken. Maar omdat een stad zoals ons eigen Utrecht een groot kloppend hart heeft en gezien het niveau van luchtvervuiling falende longen, waag ik het er maar op.

Utrecht is qua mens het best te vergelijken met een kleuter; groter dan een dorp maar stukken kleiner dan wereldsteden als Peking, New York en Londen wat immers miljoenensteden zijn die soms net zo groot zijn als de hele provincie Utrecht. Het ambitieniveau van de bestuurders van onze stad is ook gelijk aan dat van een kind van 3 dat immers het liefst zo snel mogelijk groot wil worden om net zo sterk te kunnen zijn als de 3 sterkste mannen ter wereld; zijn papa en zijn beide opa’s.

Om de groei te versnellen zijn kinderen in bepaalde gevallen zelfs bereid om walgelijk smakend eten maar naar binnen te werken, denk hierbij aan spinazie en worteltjes, en doen gemeentebestuurders vergelijkbaar smakeloze dingen zoals het annexeren van omringende dorpen die bevolkt zijn door mensen die helemaal niet bij Utrecht willen horen.

Ouders die hun kinderen desnoods dwingen om gestoofde prei te eten en bestuurders die volledig lak hebben aan sentimenten van dorpelingen, gebruiken hetzelfde argument om hun gedrag te rechtvaardigen; kinderen en dorpsbewoners zijn nou eenmaal te dom om te beseffen wat goed voor ze is.

Kleuters willen graag groot worden om redenen waarvan later blijken zal dat ze niet kloppen omdat hun papa Bader Hari nou eenmaal niet is en de opa’s zelfs in hun beste tijd niet in de schaduw van Mohammed Ali en Anton Geesink konden staan. Juist omdat ze zo graag groter willen zijn kijken ze enorm op - met de intensiteit van een groupie tegen een popster - tegen kinderen die al een klein beetje ouder zijn. Probeer van een kleuter met een handvol snoep maar eens 1 zuurtje los te peuteren, dat lukt je niet zonder geweld te gebruiken. Maar het eerste de beste kind dat maar 2 jaar ouder is dan onze kleuter van 3 mag desnoods die hele hand snoep in zijn zak stoppen in ruil voor een vriendelijk woord.

Die goedgelovigheid en het opkijken tegen alles wat groter is, zit ook diep in de genen van ons stadsbestuur. Als de directeur van een groot wielerevenement belooft dat voor de kostprijs van slechts 20 miljoen euro ons eigen Utrecht van de ene dag op de andere een wereldstad zal zijn in de beleving van miljarden planeetbewoners, dan geloven die bestuurders dat maar al te graag; net zoals echte kleuters zonder een spoor van twijfel in Sinterklaas geloven.

Het zalige van kleuters die met alle geweld een ijsje willen hebben dat ze niet mogen hebben, is dat bereid zijn om het onmogelijke te beloven om die twee bolletjes schepijs maar te krijgen! Dat ze zonder te morren vroeg naar bed zullen gaan, een dubbele portie groente zullen eten en hun zusje nooit meer plagen.

Bestuurlijke kleuters die 20 miljoen belastinggeld uitgeven dat helemaal niet in kas is, dus dat geleend moet worden, beloven eerst plechtig dat het “maar“ 5 miljoen euro is, en vervolgens dat iedereen van het evenement schathemeltje rijk zal worden. Als ook dat laatste niet zo blijkt te zijn is dat – zoals zo vaak – gewoon de schuld van het weer. Daarna wordt beloofd dat iedereen in de toekomst alsnog rijpe financiële vruchten gaat plukken; een belofte die te vergelijken is met die van een dominee die garandeert dat straks in de hemel alle geluk onder handbereik zal zijn die op aarde ontbreekt.

Begrijp me niet verkeerd ik ben dol op kleuters. Op bestuurlijke kleuters ook, mits die goed zijn bereid!

(Deze column is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is overgenomen met toestemming van de auteur.)