Henk Westbroek - Op het Janskerkhof zit al sinds halverwege de jaren 80 van de vorige eeuw restaurant Luden. In de loop van 30 jaar heb ik daar een keer of tien gegeten; en altijd lekker.

Naast Luden zit café Broers en daar is ook al helemaal niks mis mee. Vroeger zat op de plek van deze 2 horecagelegenheden Hotel Restaurant Le Pays-Bas. Dat was met kop en schouders het chicste hotel van de stad.

Veertig jaar geleden was mijn vriendin er kamermeisje en afgaande op haar verhalen werd het hotel in die tijd met regelmaat bezocht door deftige mannen die vele jaren later als anoniem rolmodel zouden dienden voor de altijd geile Franse politicus Dominique Strauss- Khan.

Het hotel was in die tijd behalve erg chic ook erg slecht onderhouden met de ene lekkage na de andere als gevolg. De tapijten in de hotelkamerts waren Oud-Rose van kleur en het materiaal was velours. Voor de kamermeisjes betekende dat dat ze de kamer na het schoonmaken moesten stofzuigen in een en dezelfde zuigrichting want anders zag het tapijt er vlekkerig uit.

Op de zolder van het hotel waren een paar kleinere kamers waarvan er  soms eentje enkele maanden achter elkaar verhuurd werd aan een beroemd Nederlands schrijver wanneer die in een ruk en in alle rust een meesterwerk wilde baren. Wie dat was is mijn vriendin vergeten. Als u zijn naam toevallig wel weet laat mij die dan ook even weten want op het internet kon ik het niet vinden en ik ben benieuwd welke beroemde romans in Hotel Le Pays-Bas het levenslicht zagen.

Mijn vriendin is trouwens niet vergeten dat een van de nachtportiers na vertrek van een gast onmiddellijk de kamer van die gast checkte op achtergelaten kamermeisjes fooi. Om de fooi die bedoeld was voor zijn schoonmakende vrouwelijke collega’s in eigen zak te kunnen steken.

In het Restaurant van Le Pays-Bas kwamen koningin Juliana en prins Bernhard elk jaar wel een keer eten. Volgens mijn oom Piet ging hun voorkeur uit naar wild. Dat vond oom Piet enorm geestig want hij verdiende een centje bij als stroper van klein wild en zijn jachtgebieden waren in de eerste plaats de koninklijke domeinen. De humor zat er in dat Piet zijn gestroopt wild leverde aan Le Pays-Bas en dat Juliana & Bernard betaalden voor het eten van vlees dat eigenlijk van ze gestolen was.

Mijn oom Piet – hij stierf al voor mijn tiende jaar  – was net als prins Bernhard nogal een vrijbuiter en behalve dat hij stroopte was hij ook boeienkoning. In een door een van zijn 12 zussen genaaid spekglad blauw pak dat uit 1 stuk bestond ( zoiets als dat van de Superman in zijn vroegste films) liet hij zich, in dikke ijzeren kettingen gesnoerd, ophijsen aan een bouwkraan omhoog in de lucht al spartelend die kettingen van zich af te laten glijden.

Dat schijnt tijdens het vieren van Koninginnedag in Zuilen een keer misgegaan te zijn. Onder het oog van duizenden belangstellenden scheurde de outfit van oom Piet in het kruis als gevolg van de wilde bewegingen die hij maakte om zijn publiek maar te vermaken. Jong en oud kon vervolgens een blik werpen op Piets klokkenspel. De organisatie heeft hem nog een kwartier hulpeloos een meter of tien boven het volk verheven laten bengelen mocht mijn moeder graag vertellen; waarbij ze er niet in slaagde de indruk te wekken dat ze dat erg vond.

Oom Piet zelf zat er bij nader inzien niet zo mee omdat hij als tegemoetkoming voor het geleden ongemak samen met zijn vrouw op kosten van het Oranje Comité mocht gaan eten in restaurant Le Pays-Bas.

(Deze column is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter is met toestemming van de auteur overgenomen.)