Henk Westbroek - Wat hebben de dorpen Schipluiden, Monnickendam en Vreeland wat in Utrecht ontbreekt? Een sterrenrestaurant. In Nederland zijn er 108 van en je vindt ze tot in Blokzijl en Noordeloos toe. Maar in Utrecht niet.

Elk jaar als de Michelin-sterren worden uitgereikt ontsteekt ons stadsbestuur onder het genot van een vegetarische bitterbal in gefrustreerde woede; omdat Utrecht culinair opnieuw is achtergebleven bij Winterswijk. Ook in onze kranten staan de volgende dag berichten waaruit diepe teleurstelling blijkt. En enkele in Utrecht werkende koks mogen bij RTV-Utrecht uitleggen hoe het komt dat in een wereldstad als Utrecht zelfs niet eens op het dorpse niveau van Warmond gekookt wordt.

Ik ervaar het ontbreken van een sterrenrestaurant in Utrecht zoals ik het ontbreken van jeuk ervaar. Het is geen gemis. Toegegeven, er is een tijd geweest dat ik met genoegen sterrenrestaurants bezocht, maar die tijd ligt - net als die waarin ik de ambitie had om in het eerste van FC Utrecht te spelen - ver achter me.

Tegenwoordig heb ik zelfs een milde hekel aan sterrenrestaurants. In de eerste plaats door de klandizie; omdat er altijd wel eentje luidruchtig begint te mopperen dat het in de vorm van een zwangere zeemeeuw gevouwen damasten servet teveel lijkt op een kolibrie.

In de tweede plaats door de ellenlange uitleg die de goedgetrainde obers bij alles wat je wordt voorgeschoteld geven. “Ons brood is gemaakt van in een zeventiende-eeuwse watermolen gemalen oergraan dat uitsluitend nog verbouwd wordt op een kavel nabij Weert (dat trouwens ook een sterrenrestaurant heeft). Het brood wordt gebakken door bakker Schuddemond in Venlo  inderdaad, daar is ook een sterrentent). Erwin gebruikt daarbij uitsluitend zeezout dat aangespoeld is op de stranden van Breskens (ja, die hebben er ook een). De olijfolie die ik daarbij op een schoteltje voor U uitschenk is afkomstig van een biseksuele olijfboerin die onder de rook van Milaan een familieboerderij bestiert waarop olijfbomen staan die meer dan 900 jaar oud zijn en die van een olijfboom ras zijn dat …blah bla bla."

De derde reden waardoor ik een hekel aan sterrenrestaurants ontwikkelde is dat er elk visje en elk stukje vlees bedekt is met schuim. Geen alledaagse scheerschuim maar bijvoorbeeld: “een schuim van paarse avocado, beukenhoutsnippers en dode dwergkoeien”.

Ooit kon ik dat wel hebben, maar nadat een Engelse humorist op onnavolgbare manier vertelde dat schuim op eten hem doet denken aan opgeklopt stierensperma, ben ik allergisch voor gerechten met een schuimkop.

Dat het in Utrecht behelpen is met pastapaleizen, sushi outlets en taco tenten die zichzelf als legendarisch bestempelen omdat ze al meer dan twee maanden bestaan, zie ik niet als een tekort. Zolang er ook nog volop fantastische Thaise, Indiase en Italiaanse restaurants in Utrecht zijn.

Als ik echt een keer heel bijzonder eten wil ga ik naar Kasteel Heemstede. Daar accepteert de kok zonder morren dat ik schuimloos wens te eten, de bediening zeurt er niet oeverloos aan je hoofd en de mensen die er ook komen eten zeiken niet. Niet hardop tenminste. Kasteel Heemstede is een sterrenrestaurant trouwens. Uitsluitend in dit geval zal me dat worst zijn. Bovendien, zo kom je ook nog eens in Houten.