Henk Westbroek - Mocht door een vreemde samenloop van omstandigheden een jongere deze zin lezen: Ik ben al jaren niet jong meer. Daar schaam ik me niet voor. Eigenlijk ben ik nog blij ook dat al dat jong zijn achter de rug is. Net als een bezoek aan de tandarts zal ik maar zeggen.

Toen ik nog wel jong was zei mijn vader een keer tegen me: “Henkie, dit is de mooiste tijd van je leven, dus geniet er maar van.” Hoewel mijn vader me jarenlang willens en wetens had voorgelogen door te beweren dat Sinterklaas bestond, hij in staat was me een paar jaar te laten geloven dat hij samen met Anton Geesink de sterkste man op aarde was en dat elk karbonaadje dat ik at afkomstig was van een varken dat rustig in zijn slaap overleden was, geloofde ik hem op zijn woord.

Ik dacht oprecht dat ik in de leukste periode van mijn leven leefde en besloot het vaderlijk advies op te volgen: ik begon er volop van te genieten. Om te beginnen ging ik niet langer meer naar school want schoolbezoek en genotsbeleving heb ik persoonlijk nooit helemaal met elkaar kunnen rijmen.

Ook besloot ik om op vrijdagavond niet meer om 11 uur thuis te komen maar pas wanneer ik slaap kreeg. Dat was in de regel 12 uur later dan na elven ’s avonds. Mijn enige huishoudelijke taak, de afwas na het avondeten, liet ik ook direct aan een ander over. Dat was waarschijnlijk mijn moeder, behalve als ze er geen zin in had dan werd het mijn vader. Mijn afwas lot ontliep ik door tegen afwastijd bij mijn beste vriend te gaan chillen. Wat toen inhield dat we plaatjes draaiden op een pick-up. Een pick-up heet tegenwoordig een draaitafel en gelukkig zijn platen weer in de mode dus wat dat voor dingen zijn hoef ik niet uit te leggen.

Ik heb ongeveer een week volop mogen geniet van mijn jeugd want daarna dreigde mijn vader me te wurgen als ik dat zou blijven doen. Nou weet u al dat mijn vader wel eens loog tegen mij en niet eens de sterkste man van Nederland was, maar ik durfde toch mijn nek niet uit te steken. En hield op met het genieten van mijn jeugd. Daarna was ik alleen nog maar jong. En moest ik door het leven met belachelijk weinig zakgeld zodat ik gedwongen was om op zaterdagmiddag als vakkenvuller in supermarkt wat bij te verdienen.

In die supermarkt werd ik afgescheept met een uurloon dat ze zelfs in de derde wereld nog aan de lage kant zouden vinden. Jeugdloon heette dat. Als je van dat jeugdloon 5 jaar lang elk dubbeltje spaarde en je vader en moeder legden ook de helft bij, dan kon van die – omgerekend- 50 euro net een derdehands bromfiets kopen. Maar er op rijden kon je niet want geld om benzine te kopen ontbrak. Leuk hè, jong zijn vroeger.

De tijden zijn veranderd dus zo erg zal jong zijn wel niet meer wezen. Maar zelfs als het wel zo erg is; het gaat vanzelf over. Jong zijn is eigenlijk een soort griep, maar dan met minder koorts. En jong zijn duurt ook wat langer.