Henk Westbroek - Ik reed in mijn auto. Die is uitgerust met 3 achteruitkijkspiegels, 8 airbags, een veiligheidskooiconstructie en een elektronische assistente die automatisch op de rem gaat staan als ik een overstekende veldmuis over het hoofd zie.

Voor mij reed een fietser die zonder handen reed omdat ie tweehandig aan het whatsappen was, waarbij hij met een koptelefoon naar muziek luisterde waar ik vermoedelijk niet dol op ben. Geeft niks, leven en laten leven.

Voor de fietser reed een bestelbusje van het soort dat kisten absurd dure groenten bij mensen bezorgt. Die groenten zijn gekweekt in een straal van slechts 115 kilometer rond Utrecht en omdat het bestelwagentje elektriciteit eet, gedragen de consumenten van dat groenvoer zich voorbeeldig. Ik spreek als altijd vanuit het perspectief van een gezond milieu.

De fietser - die een stevig tempo aanhield - ontging het dat het busje stopte en knalde er vol tegenop. Ik draaide op elektronische wijze het raampje van mijn auto open om te horen of de jongeman huilde. Dat was niet zo; hij gilde.

Omdat de bezorger van de kistjes vitaminebommen - het was immers de week van de knolgewassen - druk met bezorgen was, stapte ik uit om de fietser behulpzaam te zijn. Zijn fiets hoefde ik niet meer voor hem op slot te zetten want die maakte op mij dezelfde indruk als de berijder zelf; goed in de kreukels.

Ik hielp de jongeman mijn auto in waarbij me opviel dat hij luisterde naar muziek waar ik wel van hou, wat een band schiep, want niet iedereen houdt van de Mattheus Passion.

Het geluk wilde dat we op maar op ongeveer 2 kilometer van het Diaconessenhuis verwijderd waren. Het ongeluk wilde dat de straat waarin we reden smal was en dat voor de bestelwagen met kistjes groenten een bestelbusje reed dat bij elk tweede huis een pakje bezorgde en weer voor dat bestelbusje een bestelbusje dat namens de Jumbo bij elk 5e huis kruidenierswaren afleverde.

Een kwartier later waren we 200 meter opgeschoten. Daarna bleek dat de stoplichten op alle kruispunten uitgezet waren. De wethouder van Verkeer had net die ochtend besloten dat weggebruikers ervan bewust gemaakt moesten worden hoe afhankelijk ze in wezen van stoplichten zijn. Ze had die nacht slecht geslapen en aan het ontbijt ruzie met haar partner gekregen over een net iets te zachtgekookt biologisch eitje. Dat verklaart wellicht de beslissing om de stoplichten in de stad uit te zetten. Het kan ook ingegeven zijn door de wens om te besparen op het gebruik van elektriciteit zodat er dan meer geld over blijft voor windmolensubsidies.

Na een klein halfuur was de fietser van de ergste schrik bekomen en constateerde hij via zelfbetasting dat er waarschijnlijk niks gebroken was. Hij hield ook op met kreunen en zuchten waar ik blij van werd want dan kon ik de subtiliteit van The White Album van de Beatles beter horen. Bleek die jongen ook mooie muziek te vinden.

Ik zette hem af bij de eerste hulp en hij bleek gelukkig in staat te zijn om op eigen kracht naar binnen te strompelen. Onderweg naar huis hoorde ik op het nieuws dat de zelfrijdende auto een stapje dichterbij gekomen was. Fijn, maar aan een zelfrijdende fiets is volgens mij meer behoefte.