Kees van Oosten - Op 16 april vorig jaar nam ik net als veel anderen deel aan het stadsgesprek in het nieuwe Vredenburg. Wij werden aangespoord om te helpen het collegeprogram inhoud te geven.

Iedereen mocht in kleine groepjes meedenken over de meest uiteenlopende onderwerpen. Tijd voor een plenaire rapportage ontbrak, want er waren natuurlijk ook enkele voorname mensen die graag en langdurig het woord voerden. Maar dat was geen probleem, want iedereen kon op een klein briefje opschrijven wat het beste idee was dat hij of zij die middag had gehoord. En dat briefje konden we aan lange waslijnen hangen. En dat was een vrolijk gezicht en iedereen ging dus blij naar huis.

Net als de meeste andere deelnemers verwachtte ik een keer een verslag te krijgen of zoiets. Ik zou in elk geval graag willen weten wat er met onze ideeën was gedaan. Er was ons  toegezegd dat onze ideeën betrokken zouden worden bij de vormgeving van het collegeprogram. Samen maken wij de stad, was de leuze die middag.

Toen ik 8 maanden later nog niets had vernomen besloot ik op 11 december een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur te doen met een zogeheten wob-verzoek met de vraag of er een notitie was waaruit bleek dat het college en de gemeenteraad iets met die inbreng had gedaan, desnoods alleen maar een samenvatting van al die briefjes.

Een maand later kreeg ik een 'kennisgeving', geen besluit zoals de wet voorschrijft. De raadsgriffier schreef mij dat ik geen antwoord zou krijgen. "Het stadsgesprek is geïnitieerd vanuit en ten behoeve van de door de betrokken partijen benodigde input voor het collegeprogramma. Om deze reden wordt uw verzoek niet verder beoordeeld en valt buiten de behandeling van de Wob".

Eind januari heb ik het college en de gemeenteraad erop gewezen dat als zij vinden dat mijn verzoek niet behandeld hoeft te worden (niet-ontvankelijk is), zij dat volgens de wet in de vorm van een besluit aan mij moeten laten weten, zodat ik tegen dat besluit beroep in kan stellen. Daarop hebben de gemeenteraad en het college tot op heden niet gereageerd. Eind maart heb ik hen dus in gebreke gesteld. 

Juist het feit dat het college en de gemeenteraad geen antwoord willen geven maakt mij zo verschrikkelijk nieuwsgierig. Ik bedoel, ik begrijp best wat er aan de hand is. Na afloop van het stadsgesprek hebben ze al die briefjes bij elkaar geveegd en weggegooid. Daar is helemaal geen verslag van gemaakt. Ik heb ook nog gevraagd wat dat stadsgesprek heeft gekost. Maar ook daar krijg ik geen antwoord op. 

Vandaag heb ik beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit. Wordt vervolgd.

 

(De gemeente Utrecht liet een videoverslag maken van de bijeenkomst Stadsgesprek Wij Maken Utrecht op 16 april 2014, zie hieronder.)