Kees van Oosten - De uitspraak van de rechtbank Utrecht was dat het beroep van de Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht gegrond werd bevonden, het bestreden besluit werd vernietigd, maar dat de milieuzone mocht blijven. Je moet een jurist zijn om zo'n uitspraak te begrijpen. Een gewoon mens vraagt zich immers af: als het besluit om een milieuzone in te stellen wordt vernietigd, hoe kan het dan die ie toch mag blijven?

Dat zat zo. De rechtbank oordeelde dat het werkelijk effect van de milieuzone door de gemeente te groot was voorgesteld en dat het effect van de milieuzone "wellicht marginaal" zou zijn. Maar de maatregel, zo vond de rechtbank, was onderdeel van een groter pakket ("schone" bussen en subsidies voor het vervangen van oude auto's) en niet elk van de maatregelen in dat pakket hoefde effectief te zijn.

Belangrijk voor de rechtbank was dat voor de rechtbank was komen vast te staan dat de milieuzone in elk geval geen negatief effect had. Dat de gemeente pakweg 4 miljoen uitgeeft voor een milieuzone met een marginaal effect en burgers op kosten opjaagt doordat ze een nieuwere auto moeten kopen, dat is de "beleidsvrijheid" van een gemeente. De rechtbank wil niet op de stoel van de politiek gaan zitten. Dat heet "marginale toetsing".

Tegen de uitspraak ging ook de gemeente zelf in beroep, want de gemeente vond dat de rechtbank het beroep van de SSLU ten onrechte gegrond had gevonden en dat het effect van de milieuzone wél correct in het besluit was gepresenteerd. De SSLU ging in beroep omdat de milieuzone volgens haar per saldo een negatief effect heeft, met name door al het omrijden om de milieuzone heen.

De Raad van State heeft zowel het bezwaar van de gemeente als het bezwaar van de SSLU ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Volgens de Raad van State had de gemeente voldoende met eventuele omrijeffecten rekening gehouden. En ook de Raad van State vond dat het effect van de milieuzone door de gemeente te groot was in het besluit was voorgesteld.

Waar de rechtbank en de Raad van State géén rekening mee wilden houden is dat inmiddels aangetoond is dat nieuwere diesels lang niet zo schoon zijn als fabrikanten beweren (sjoemelsoftware). Dat kon de gemeente volgens de rechtbank en de Raad van State nog niet weten toen het besluit genomen werd en het besluit moet worden beoordeeld op basis van de kennis die destijds aanwezig was.

Ook dat de TNO-evaluatie van een jaar milieuzone geen effect kon aantonen is door de Raad van State buiten beschouwing gelaten, want dat kon ook niet bij de gemeente bekend zijn toen het besluit genomen werd. De uitspraak van de Raad van State betekent dus alleen dat het besluit destijds volgens de Raad van State rechtmatig is genomen. De uitspraak betekent dus niet dat ook de Raad van State vindt dat de milieuzone een effectieve maatregel is.

Of de milieuzone effectief is, of daar terecht 4 miljoen aan is uitgegeven, of burgers terecht op kosten zijn gejaagd, of de gemeente niet beter een andere maatregel had kunnen nemen, dat zijn vragen die volgens het bestuursrecht door de politiek moeten worden beantwoord en niet door de rechters. Het wachten is dus op een politiek debat waarbij de wethouder afgerekend wordt op het (kosten)effect van de milieuzone.