Kees van Oosten - In het boek 'Leven aan de Onderkant' betoogt de Engelse psychiater Dalrymple, die door links Nederland als een aartsconservatief wordt beschouwd, dat professionele weldoeners vooral profitéren van de mensen die tot de onderklasse behoren. Zij zouden de onderklasse juist in stand houden. Die weldoeners hebben er volgens Dalrymple belang bij alle mensen die het slecht getroffen hebben te rekenen tot hun potentiële cliënten die het zonder hun professionele en goed betaalde hulp niet kunnen redden.

Iwan Illich betoogde in 'Ontscholing van de Maatschappij' (1972) eigenlijk hetzelfde. Weliswaar zijn er arbeiderskinderen en kinderen van migranten die door betaalbaar hoger onderwijs tot de middenklasse gaan behoren, maar voor de meesten geldt dat niet. Ook ons peperdure onderwijssysteem blijkt de onderklasse juist in stand te houden en in het voordeel te werken van de bevoorrechte klasse. De valse belofte dat ons onderwijssysteem iedereen een kans geeft helpt ervoor te zorgen dat de onderklasse niet in opstand komt.

De opvatting dat armoede en achterstelling bestreden zou kunnen worden door individuele hulpverlening, welzijnswerk en onderwijs, gaat er vanuit dat armoede en achterstelling hun oorzaak hebben niet in toeval (geboren zijn in een achtergesteld milieu of arm land) maar in een gebrek aan vaardigheden die 'nu eenmaal' nodig zijn in een competitieve maatschappij. Op die manier kunnen armoede en achterstelling verklaard worden uit het tekortschieten van de arme en achtergestelde zelf in plaats van uit de ongelijkheid in de maatschappij.

In Utrecht wemelt het van de initiatieven om armen een hart onder de riem te steken en vooral om ze te leren verstandiger om te gaan met het beetje geld dat ze hebben en om de mavo/havo af te maken waarmee je alleen voor de nederigste baantjes in aanmerking komt. Wie het ondanks al die goedbedoelde hulp niet redt, moet niet klagen (is de boodschap), want dat ligt dan echt aan hem of haar zelf. Armen en achtergestelden mogen in de Armoedecoalitie meepraten als 'ervaringsdeskundigen'. Zo serieus worden ze genomen.

De armen en achtergestelden die het lukt om tot de middenklasse door te dringen, opgenomen te worden in politieke partijen en soms mooie bestuurlijke functies te krijgen, worden aan de onderklasse ten voorbeeld gesteld: kijk, als je je best maar doet, dan kom je er wel. Hetzelfde geldt voor de 'ervaringsdeskundigen' die trots komen vertellen hoe ze er in slagen met heel weinig geld toch rond te komen en daarvoor beloond worden door aan te mogen schuiven bij clubjes waar met de gemeente wordt overlegd hoe er bezuinigd kan worden op de zorg en de armoedebestrijding.

Wat armen en achtergestelden echt zou helpen is als de gemeente haar goedkope sociale huurwoningen niet zou afbreken (met instemming van de PvdA en GroenLinks!), waardoor het aandeel sociale huur van 46% is gedaald naar 30%. Wat ook zou helpen, is als de honderden miljoenen die, met instemming van de PvdA en GroenLinks, gestoken zijn in het Muziekpaleis of de zestig miljoen die, met instemming van de PvdA en GroenLinks (én de SP!) gestoken wordt in de parkeergarage bij het station, gebruikt zouden worden voor armoedebestrijding.

Of de 10 miljoen die is uitgegeven voor een milieuzone, die niets blijkt te helpen, de tientallen miljoenen die straks worden uitgegeven om de Marxdreef en de Schweitzerdreef tot een snelweg op te waarderen (waarlangs veel armen en achtergestelden wonen!), de miljoenen voor de aanleg van fietsstraten, het geld dat wordt uitgegeven om de Tour de France of de Giro d' Italia naar Utrecht te halen of de vele miljoenen die worden uitgegeven voor het opstellen van deskundigenrapporten, onder andere over de bestrijding van armoede.

Opmerkelijk is dat ook politieke partijen die de mond vol hebben over armoedebestrijding (en milieu!), niets doen om de afbraak van sociale huurwoningen tegen te gaan, niets doen tegen de realisering van steeds meer infra (asfalt) en peperdure prestigeprojecten, niets doen tegen de tomeloze productie van kostbare deskundigenrapporten (al dan niet van externe adviesbureaus) en er zich bij neerleggen dat het budget voor armoedebestrijding de komende jaren niet verhoogd wordt, terwijl er steeds meer armen (en vluchtelingen) bijkomen.

Misschien is de keuze van de PvdA en GroenLinks voor geldverspilling en tegen echte armoedebestrijding beter te begrijpen als we de lessen van Dalrymple en Illich ter harte nemen: de elite van linkse weldoeners heeft er geen belang bij armoede uit de wereld te helpen. Want armen moeten geholpen worden en dat zorgt voor goedbetaalde banen voor hoogopgeleiden die graag het gevoel hebben goed te doen. Stel je voor dat er geen armen meer zijn, hoe moeten die hoogopgeleiden dan aan hun trekken komen? Kunnen ze zelf vakken gaan vullen.

Linkse weldoeners hebben armen en achtergestelden natuurlijk ook nodig om goeie sier te maken met hun sociale bewogenheid, want dat levert prestige en stemmen op. Armen hebben geen geld, maar mogen wel stemmen. En dus loont het voor politieke partijen als de PvdA en GroenLinks om armen wijs te maken dat ze opkomen voor hun belangen, ook al is dat niet het geval, en geven ze het geld met bakken tegelijk uit aan projecten waar armen niets aan hebben, zodat er bezuinigd moet worden op armoedebestrijding.

Tenslotte nog dit: linkse weldoeners bewijzen de kapitalistische samenleving waar zij zo tégen beweren te zijn, een belangrijke dienst. Zij helpen bij de armen en achtergestelden de illusie in stand te houden dat in opstand komen en organisaties op te zetten waarin de armen en achtergestelden zelf de dienst uitmaken geen optie is. Dat zou de linkse weldoeners zelf ook slecht uitkomen.