Kees van Oosten - Discriminatie is het maken van ongeoorloofd onderscheid in behandeling op grond van ras, etniciteit, geloof, sekse, leeftijd. In Nederland is dat heel normaal. Het is zo normaal dat er alleen iets van wordt gezegd als het hele manifeste vormen aanneemt. Zoals in het geval van de aanhouding van Typhoon of, dichter bij huis, in het geval van makelaar Lauteslager.

Bij discriminatie wordt vaak gedacht aan werkgevers die weigeren personeel aan te nemen uit een gediscrimineerde groep. Wat men zich onvoldoende realiseert, is dat de overheid niet veel beter is dan zulke werkgevers en net zo goed discrimineert. Helaas, want het is in de eerste plaats de overheid die tegen discriminatie moet optreden en het goede voorbeeld moet geven.

Utrecht heeft jarenlang een energiek beleid gevoerd om buurten kapot te maken waar voornamelijk allochtonen wonen. Dat gebeurde samen met Mitros, Portaal en BO-EX door sociale huurwoningen te slopen die door allochtonen bewoond werden en die door dure huurwoningen en koopwoningen te vervangen. Voor allochtonen kwam dat neer op beleid van gedwongen spreiding en het uit elkaar trekken van sociale structuren.

Kennelijk geldt het recht om te wonen voor iedereen behalve voor allochtonen. Als dat geen discriminatie is! Het idee achter dat gedwongen spreidingsbeleid was dat concentraties van allochtonen tot criminaliteit leiden en voorkomen dat zij goed ingeburgerde Hollanders worden. Dat beleid, gedwongen spreiding door slopen van sociale huurwoningen, had overigens ook de instemming van GroenLinks en de PvdA. 

Te veel Turkse en Marokkaanse horeca en winkels op een kluitje, daar hebben de gemeente en de Utrechtse politiek ook iets tegen. De Amsterdamsestraatweg tussen het spoor en de Acaciastraat wordt in het Brancheplan aangeduid als "etnische specialiteitenstraat". Daar streeft de gemeente volgens het ontwerp bestemmingsplan ontwinkeling na. De omzet kan volgens de gemeente beter ten goede komen aan nieuwbouw voor grootwinkelbedrijven op de kop van de Amsterdamsestraatweg en de Plantage. 

De openingstijden van de Turkse en Marokkaanse horeca in de "etnische specialiteitenstraat" zijn door de burgemeester beperkt. Kennelijk vormt de Turkse en Marokkaanse horeca daar, waar géén of nauwelijks alcohol ingenomen kan worden (!), een groter overlastprobleem dan de horeca in de binnenstad waar men zich 24 uur per etmaal klem kan zuipen. Uit cijfers blijkt de overlast door Turkse en Marokkaanse horeca allerminst, maar feiten spelen bij discriminatie zelden een rol. GroenLinks steunt de burgemeester. 

Een aantal jaren terug werd aan een Marokkaans theehuis preventief (dus nog voordat het geopend was) een sluitingsuur opgelegd: om 23.00 uur dicht. De horeca mag in Utrecht overal het hele etmaal open. De reden was dat zich bij de ingang allochtone mannen zouden kunnen ophouden, wat op passanten "intimiderend" kon werken. Ook toen was er geen enkele partij die daar zijn afkeuring over uitsprak. Ook GroenLinks en de PvdA niet.

Kortom, in Utrecht is het hoog tijd voor een anti-discriminatiepartij, want de gevestigde partijen laten het er lelijk bij zitten.