Utrechts Verbond - Hoe ziet Utrecht eruit in 2025 en welke rol speelt cultuur dan in de stad? Onlangs stapten creatieve ondernemers, makers, beleidsmakers en politici in een creatieve snelkookpan om toekomstplannen te smeden voor cultuur en stad in 2025.

Ik ben in de veronderstelling dat de creatieve initiatieven kenmerkend zijn voor Utrecht en dat de waarde hiervan veel meer erkend mag worden. Daarom doe ik een onderzoek naar deze opkomende creatieve clusters en was ik natuurlijk aanwezig!

Aan het begin van de avond werd een aantal concrete punten op een rij gezet: zo zal in 2025 Leidsche Rijn af zijn, heeft Utrecht 380.000 inwoners (nu 320.000), staan de eerste mensen op Mars en is de gemiddelde internetsnelheid 1 gigabyte per seconde. De opdracht was om deze avond in groepen (ondernemers, programmeurs, kunstenaar en onderwijs) een beeld te schetsen van cultuur en de stad in 2025.

‘Make no little plans’ werd ons meegegeven door Cobie de Vos, directeur van Het Huis en gastvrouw van de avond. Deze boodschap, een quote van Daniel Burnham, deed als bouwwerk van Monadnock architecten in 2010 een beroep op de bezoekers van Festival aan de Werf en de inwoners van Utrecht. ‘Think big’!

Utrecht is best goed in grote plannen smeden, kijk bijvoorbeeld naar de grootstedelijke projecten als CU2030 en de bouw van de grootste fietsenstalling ter wereld. Burgemeester Van Zanen vertelde tijdens zijn nieuwjaarstoespraak dat Utrechters een tikkeltje bescheiden zijn over hun stad.We worden in het buitenland opgemerkt als veelbelovende stad voor het toerisme - we mogen best iets trotser zijn.

Utrecht heeft steeds de neiging om naar zichzelf te kijken in vergelijking tot andere steden. We zijn daarin bescheiden, maar als we naar de cijfers kijken doen we het juist goed! Het percentage creatieve industrie is in Utrecht het hoogste van Nederland. Gemiddeld is dat in Nederlandse gemeenten 19%, in Utrecht 33% en stijgt nog steeds.

Er werden tijdens de snelkookpansessies verschillende metaforen gebruikt voor de Utrechtse culturele sector. Utrecht bestaat uit een bos vol kleine boompjes. Sinds vorig jaar hebben we een hele grote boom (TivoliVredenburg). Overschaduwt deze boom de rest, of biedt het juist kansen?

Het is bijvoorbeeld een grote aantrekkingsfactor en er is meer ruimte voor de festivals als Le Guess Who? en het Nederlands Film Festival. Naast de grote spelers is Utrecht juist zo bijzonder door haar kleine initiatieven. Neem de Merwedekanaalzone, het Cartesiusgebied, Eiland8 en Rotsoord. Er ontstaan mooie initiatieven in de bloeiende Utrechtse sector. Een maker stelt: “het zou fijn zijn om in een stad te wonen die laat zien wie ze is en de talenten van de stad durft te dragen.

Daarvoor is lef nodig vanuit de overheid.” Een belangrijke uitspraak in de groep luidt: “de gemeente Utrecht heeft jarenlang geïnvesteerd in bakstenen, het wordt tijd dat er geïnvesteerd wordt in de humuslaag(de mensen) van deze culturele sector.” Iemand anders vindt dat Utrecht een scherper randje mag krijgen en echt moet investeren in haar broedplaatsen. Vele aanwezigen pleiten voor concrete meters: ruimte waar je kunt experimenteren en mag mislukken. “Het hoeft niet allemaal geïnstitutionaliseerd of gemarket te worden.”

Moet Utrecht zich überhaupt overal in profileren? Kan haar authentieke, stedelijke identiteit niet gewoon zíjn? Steden gaan steeds vaker de fout in om een vervangbare slogan te ontwikkelen die niet gedragen wordt door haar bewoners, laat staan dat het de in het beleid gestelde doelen kan nastreven.

Waar is de stad van Kennis en Cultuur gebleven? Sinds dit jaar zou Utrecht ‘the bright, inspiring and welcoming city’ zijn (te lezen op: www.utrechttoolkit.nl). Ik begreep het niet, waar kwam deze nieuwe slogan plotseling vandaan? Utrecht maken we toch samen? De nadruk zou moeten liggen op een lokaal gedeelde identiteit onder het motto: ‘Think global, act local.’ Zo luidt ook een slogan van Toerisme Utrecht, ‘Live like a local’. Laten we ons eerst richten op de inhoud (de creatieve broedplaatsen, ondernemingen en platforms die al bestaan en om ons heen uit de grond schieten), dan blijkt vanzelf wat onze identiteit is.

Na de creatieve snelkookpan werden we teruggevraagd naar de zaal waar de politici, die als correspondent fungeerden, de toekomstbeelden presenteerden. “We moeten onze underground koesteren. Zie in de diversiteit juist de kracht en zorg dat je daar ruimte voor geeft. Laat in godsnaam niet alles op elkaar lijken.” Daar waren de meeste snelkookgroepen het mee eens.

Er zijn tijdens deze avond geen grote plannen gesmeed, maar wel veel kleine plannen die realistisch zijn. Om de avond af te sluiten erkende wethouder Jongerius een aantal kernpunten die deze avond benoemd zijn en meegenomen worden in de nieuwe cultuurnota (2017-2020). “Utrecht zou een flexibele, culturele investeringspot moeten krijgen. Utrecht is een stad van niches en mag meer oog hebben voor het kleine, daar zit namelijk onze unieke waarde in!”

Vera Otte, namens het Utrechts Verbond

Anna van Kooij maakte een fotoverslag van de avond. De foto’s zijn hier te vinden. 

Iedere twee weken verschijnt er een column van één van de leden van het Utrechts Verbond over (actuele) onderwerpen die voor creatief Utrecht van belang zijn. Reageren? Dat kan via info@utrechtsverbond.nl.