Raymond Taams -

_kermis

22 september

In een Utrechtse Facebook-groep worden vechtpartijtjes op de kermis in het Griftpark gemeld. Of de verhalen kloppen weet ik niet, het zou goed kunnen; de kermis is in onze samenleving de enige plek waar je nog ongegeneerd voor jezelf kunt vechten. Als moderne jongere demonstreer je immers braaf tegen milieuvervuiling of voor genderneutrale toiletten, terwijl je zelf geen huis hebt. Begin deze maand klonk eindelijk een voorzichtig ‘Woonprotest’, maar mentaal zijn we te ver heen.

Maandag schreef het Algemeen Dagblad bijvoorbeeld over de nieuwe woning van het negentienjarige nichtje van koning Willem-Alexander. ‘Ondanks de moeilijke woningmarkt is het de dochter van prins Constantijn en prinses Laurentien gelukt om zich te vestigen in de hoofdstad’, jubelde de krant. Slaapwandel-journalistiek, vergelijkbaar met uitbundige media-aandacht voor miljardairs die zichzelf de ruimte in laten schieten. De overheid hoeft geen verborgen chip aan een vaccinatie toe te voegen om ons dommig en dociel te houden.

_roze

23 september

Op een van de laatste zachte ochtenden van het jaar zat ik zwaarmoedig op een bankje langs de Singel. Ik geloofde niks van de juichende berichten over economische groei in de Troonrede. Slechts dankzij reusachtige staatssteun waren we nog niet massaal verzopen. Plotseling voer E. voorbij, in zijn knalroze geverfde motorboot. Mijn stemming verbeterde onmiddellijk. “Ongelooflijk hoe jouw boot de stad opvrolijkt”, riep ik naar E., die zelf in Hilversum woont. “Grappig, je bent al de tweede die dat zegt”, antwoordde hij.

‘Logisch eigenlijk, alles wat ze tegenwoordig bouwen is grijs, denk aan het Centraal Station en de gebouwen eromheem ‘, peinsde ik even later. Toen kreeg in mijn beste ingeving ooit. Het idee dat de mentale gezondheid van Utrechters spectaculair zou verbeteren, en de stad internationaal op de kaart zette. Voortaan kreeg iedere betonnen kolos die door de welstandscommissie te grauw werd bevonden verplicht een roze streep op de gevel.

_fornuis

24 september

Zolang ik thuis naar een lavalamp kijk en popmuziek uit de vorige eeuw beluister, gaat het redelijk. Betreed ik vanwege een eenvoudig supermarktbezoek de maatschappij, dan slaat benauwdheid toe. Overal grijpen uitingen van personen en organisaties die de wereld willen verbeteren me naar de strot. Omdat het na miljoenen jaren mensdom nog altijd ontbreekt aan Gods eigen definitie van ‘een betere wereld’, hoeft andermans utopie niet per se de mijne te zijn.

Gisteren lag een verse stapel DUIC-kranten in het gratis-meeneem-rek bij Albert Heijn Overvecht. Op de voorpagina prijkte een foto van een brandende gaspit op een fornuis. Als kind staarde ik graag in de zachtblauwe vlammen terwijl mijn moeder aardappels schilde. ‘Wanneer gaat jouw wijk van het gas af?’, schreeuwden witte letters op de DUIC-foto. Ik wilde een column schrijven vol warme gevoelens voor aardgas, maar besefte dat een moederfiguur die aardappels schilt tegenwoordig als seksistisch stereotype wordt gezien.

_lineaaltje

25 september

Bij de normale nieuwsstroom ben ik volkomen afgehaakt. Werkelijk belangrijke dossiers - spanningen rondom China, ontwikkelingen tussen Amerika en Europa - volg ik nauwgezet via podcasts. Onderwerpen als corona en klimaat gaan de geschiedenisboeken niet halen, dus waarom zou ik er bandbreedte voor vrijmaken in mijn hoofd? Zodoende had ik geen idee dat de anderhalvemetersamenleving vandaag ophield te bestaan. Het lullige lineaaltje dat Trouw ter markering bovenaan de voorpagina plaatste, zag mijn brakke brein aan voor penismeter.

Gisteravond, op de veertigste verjaardag van S., dronken we stevig door. Iemand vertelde mij het nieuws dat vijfentachtig procent van de volwassen Nederlanders is gevaccineerd. “Waarom maken we ons dan überhaupt nog druk over ongevaccineerden?”, reageerde ik fris van de lever.

Minder vitaal strompelde ik vanmorgen naar de supermarkt voor ontbijt. Geschreeuw en geklap van dicht opeengepakte korfbal-toeschouwers op sportpark Loevenhoutsedijk deed het gedreun in mijn kop geen goed. Hier had ik niet op gerekend. 

_waterkant

26 september

Om scheldpartijen en bedreigingen via sociale media te voorkomen, gooi je als columnist regelmatig ideeën weg. Deze op straffe van agressie afgedwongen empathie voelt fijn, ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst iemand gekwetst heb. Met een brandschoon geweten begin ik aan de laatste aflevering van dit serietje. Bovendien: je kunt toch beter over mooie dingen schrijven? Momenten dat je de zon in het water ziet schijnen! Vooruit met de geit.

Woensdagmiddag plofte ik neer op de steiger langs de Bemuurde Weerd. Voor september was het erg warm. Dunne lucht waaide plagerig langs mijn gezicht. Turend over rimpelend, helwit wateroppervlak, losten mijn zorgen één voor één op. Ik voelde me één met het universum, maar onthield dondersgoed dat ik nog boodschappen moest doen. Daar zat ik: een schrijver die de zon in het water kon zien schijnen. Die zich niet verzette tegen hersenloosheid, er zelfs in opging.