Raymond Taams - Ik vind het altijd een beetje onsmakelijk als respectabele figuren zich omdraaien in hun graf om het punt van een of andere onbeduidende opiniemaker te onderstrepen. Op Bevrijdingsdag 2022 zag ik echter geen andere mogelijkheid. Willem Drees, Joop den Uyl, en wellicht zelfs Wim Kok moeten eraan geloven. Hoewel, Kok, nee, hij eindigde uiteindelijk als commissaris bij grote banken. Over de doden verder niets dan goeds.

Deze woorden schreef ik in een staat van wanhoop, zittend op de roodleren bank in mijn appartement op tweeëntwintig hoog, uitkijkend over Park Transwijk. Daar vond op 5 mei het Bevrijdingsfestival plaats, en daar slenterde ik een rondje over het festivalterrein. Op het hoofdpodium trad een rapper op, het aangename weer zorgde ervoor dat ik neerplofte in het gras en daar drie kwartier tevreden lag. Ondertussen appten vrienden die ook wilden komen, over twee uur zouden ze zich bij mij voegen.

Opgewekt besloot ik de tussenliggende tijd te doden door van het festival te genieten. Dit mislukte op dramatische wijze, maar voordat ik onthul wat mijn humeur als bij toverslag ruïneerde, wil ik duidelijk maken dat ik mij uitzonderlijk gelukkig en senang voelde. Zeker voor mijn doen. In dromerige toestand kuierde ik over het veld, genietend van de levendigheid die mij omringde. Jonge, blije mensen, die nog zin in de toekomst leken te hebben.

Toen zag ik een donkerbruine, tot cocktailbar omgebouwde camper. Boven het uitgezaagde luik aan de zijkant hingen tropische nepplanten, op het dak stonden houten palen waartussen een lichtbruin tentzeil was gespannen. Mensen in zakelijke kleding dronken champagne op het dak van de camper, minzaam bekeek men hoe de massa zich over de festivalweide voortsleepte. Onze PvdA-burgemeester maakte onderdeel uit van dit potsierlijke gezelschap.

Met een knoop in mijn maag verliet ik onmiddellijk het park, vastbesloten grote woorden te gebruiken in een column.