Rayond Taams - "Geef mij maar ouderwetse fascisten, met laarzen en uniformen”, brom ik tegen Kees terwijl we door het in aanbouw zijnde Utrechtse Beurskwartier lopen. We hebben net een bord gezien met het opschrift ‘Beurskwartier, een groene stadswijk voor iedereen’. Vorige week werd bekend dat een appartement van vijftig vierkante meter in deze buurt drieëneenhalve ton kost. Een bord met ‘Voor iedereen’ op de plek waar de bewuste woontoren verrijst, is cynisme van kippenvel-niveau.

Doordat hun voetstappen zo doordreunden op de stoep, hoorde je fascisten van het oude slag van ver aankomen. Ze waren vaak met veel, dus je maakte dat je wegkwam. De moderne variant opereert in zijn eentje achter een energiezuinige laptop. Voor het bedenken en uitwerken van ‘groene wijken voor iedereen’ ontvangt hij een mooi bedrag op een Triodos-rekening. Zelf is hij meestal erg te spreken over zijn eigen progressieve levenshouding.

“Jij denkt dat groen het nieuwe bruin is?”, fronst Kees. Zo ver wil ik niet gaan, feit blijft dat je met goede bedoelingen soms evenveel schade aanricht als met slechte. “Neem het Eelderdiephof, hier vlakbij”, zeg ik. “Er hangen GroenLinks-posters achter ramen van comfortabele nieuwbouw-appartementen, tegelijkertijd zijn straten rondom de huizenblokken ‘s avonds verboden terrein voor niet-bewoners. Een gated community zonder hekken, wat is daar links aan?”

 "Electoraal is groen het nieuwe goud", glimlacht Kees. Hij wijst op de populariteit van de Groenen in Duitsland, die bij de Bondsdagverkiezingen in september misschien de grootste partij worden. “Politieke bewegingen met ‘groen’ in de naam stellen de mens hooguit als eindgebruiker van de planeet centraal”, flap ik er een aardige zin uit. Qua economisch eerlijk delen missen ecologische politici naar mijn gevoel een sociale antenne.

“Schrijf er een column over”, oppert Kees. “Zonder de oorlog erbij te halen uiteraard, daarmee maak je geen vrienden en sla je de discussie dood.”