Tot en met de uitreiking van de Gouden Kalveren entert de Cultuurpiraat (Raymond Taams) elke dag een cultureel veld.

donderdag 4 oktober

Het gonsde er altijd zo fijn. Van die opgewonden bedrijvigheid die de Cultuurpiraat ook kende uit televisiestudio’s. Kouwe drukte, doch warmbloedig opgewekt. Jonge, creatieve mensen, alle neuzen dezelfde kant op, zo’n sfeer. Dit jaar was het opeens verdwenen.

De laatste septemberdagen en de eerste oktoberdagen van 2015 staan hem bijvoorbeeld nog helder voor de geest. Zijn vriendin had hem gedumpt en de Cultuurpiraat wist even niet wat te doen. Dus wandelde hij in de laagstaande ochtendzon maar wat graag naar het oude postkantoor op de Neude. Artistieke meisjes in strakke, zwarte kleren bewogen zich - druk gebarend en overleggend - in het door glas-in-loodramen gefilterde daglicht dat de oude, uit lichtbruine bakstenen opgetrokken hal inviel. Het galmende tikken van hun hakken als voorbode van alweer een smaakvolle dag vol film en cultuur maakte zijn gebroken hart draaglijker.

Tijdens de 2018-editie bevond het Festivalhart van het Nederlands Film Festival zich in de Winkel van Sinkel aan de Oudegracht. De Cultuurpiraat zag brave dagjesmensen ongemakkelijk aan te hoge tafels zitten. Ze stonden erg dicht op elkaar, die tafels. Er was veel personeel maar niemand kwam een bestelling opnemen. De muren waren rood, de balie voor de kaartverkoop was rood, vrijwilligers liepen in het rood.

Hij kreeg het warm van al dat rood, maar niet op de manier die hij van voorgaande edities kende.