Peter Oostveen - De meest invloedrijke Nederlander, Persfoto van ’t jaar, Sportman of –vrouw van het jaar, de Top-2000, Oor’s eindlijst etc. etc. Traditiegetrouw buigen we ons aan het einde van het jaar massaal over de giganten, iconen van ’t afgelopen jaar. Momenteel loopt er bij het AD/Utrechts Nieuwsblad weer de verkiezing van de Utrechter van het Jaar. Enkele genomineerden: Wesley Sneijder, Malgosia Fiebig, Janine Jansen.

In het bombardement aan eindejaarsverkiezingen mis ik voor de stad Utrecht een heel belangrijke: het raadslid van ’t jaar. Huh, wat, uh, hoezo, 'raadslid van ’t jaar', is dat zo belangrijk dan? Ja, nou en of dat belangrijk is. Als de Utrechtse politiek een dorre woestijn is waar men uitgedorst vergeefs kan zoeken naar een oase, dan is ’t op z’n minst belangrijk op zoek te gaan naar die ene roos. Zelfs een klaproos kan het begin zijn van een ontluikende zoete bloesem.

De Uithoflijn, de ondergrondse afvalcontainers, de windmolens in polder Rijnenburg, openbaarheid van bestuur, de “glazen wand”, het mozaïek op Vredenburg, festivaloverlast, bezuinigingen op de wijkraden, verhoging van de parkeertarieven, een verdampt “Wijkakkoord” over ouderenhuisvesting etc. etc. Het hele jaar door waren er geen voortekenen dat er ergens nog een wethouder of raadslid zou opdoemen die/dat te midden van de woeste golven als veilige haven zou fungeren. De Utrechter leek in de donkerte van Dante’s hel verstoken te blijven van een gidsende Vergillius.

Maar, maar, maar, schijn bedriegt. Tussen half november en half december verscheen er in de gedaante van D66-raadslid Has Bakker aan de Utrechtse hemel dan toch een ware kerstster. Een helder schijnende ster, omgeven door witte lichtbundels en een verzameling van engelen en heiligen.

Has Bakker. Foto: Twitter

BURGERAGENDERING

Wat gebeurde er? Op 22 november en 6 december presenteerde de heer Bakker zijn “Verordening op de Burgeragendering” aan respectievelijk de Commissie Mens en Samenleving en de gemeenteraad. Een initiatiefvoorstel van zijn hand met als doel de Utrechtse bevolking een extra en laagdrempelig middel te geven om de agenda van de gemeenteraad te bepalen. Heel in het kort komt de verordening op ’t volgende neer: verzamel honderd mensen voor je (heilige) doel of missie, sprokkel die handtekeningen bij elkaar, doe een verzoek tot burgeragendering en de gemeenteraad gaat beoordelen of je verzoek naar een hoger bestuurlijk plan getild kan/moet worden.

Een bijzondere gebeurtenis waar in de Utrechtse media, zoals gebruikelijk bij onderwerpen die de rechtspositie van burgers betreffen, maar weinig aandacht aan werd geschonken. Het komt niet vaak voor dat een raadslid een initiatiefvoorstel doet. Naast het reguliere raadswerk vraagt dit veel onderzoek, precisie, zorgvuldigheid, politiek passen en meten. Kortom, het vraagt veel tijd, bloed, zweet en tranen. Ongeacht het onderwerp dus sowieso een uitzonderlijke prestatie.

LEEUWENKUIL

Wie de moeite neemt de video registratie van de debatten te bekijken ziet een Has Bakker als een begeesterde Daniël in de leeuwenkuil afdalen. Maar liefst twee-en-een-half uur zien wij de heer Bakker talrijke aanvallen van zijn mederaadsleden pareren en trotseren. Met name de bloeddorstige leeuwen van de VVD lijken niet te zullen rusten voordat zij hun prooi, deze martelaar, met huid en haar hebben verslonden.

De heer Bakker laat zich echter niet van zijn stuk brengen. Als een ware profeet verkondigt hij onverstoorbaar zijn evangelie van democratie en burgerparticipatie. Hij gelooft heilig in zijn missie om de kloof tussen burger en bestuur te overbruggen of zelfs te dichten. Vol vuur en met compassie voor de Utrechter weet hij de leeuwen te temmen en aan z’n voeten te krijgen. Zijn initiatiefvoorstel wordt door de gemeenteraad uiteindelijk aangenomen.

UTRECHTS RAADSLID VAN 2018

De door de heer Bakker geleverde bovenmatige inspanning om de plaatselijke democratie naar een hoger plan te tillen maakt hem wat mij betreft “Utrechts raadslid van 2018”. Te hopen valt dat de Utrechter de weg naar de burgeragendering massaal zal weten te vinden. Mocht dit niet het geval zijn, dan is de kans groot dat over twee jaar bij de evaluatie dit nieuwe instrument alsnog door de leeuwen verslonden zal worden.

Deze uitverkiezing is een sobere, geen ceremonie met trompetgeschal, geen geldbedrag, geen krans, geen beker. Niets van dit alles. Wat dan wel? Het belangrijkste wat de heer Bakker in dit stadium van zijn initiatiefvoorstel ten deel kan vallen. Ik eer hem met de mooiste slotzin die de Nederlandse literatuur ooit heeft opgeleverd: “HET IS GEZIEN, HET IS NIET ONOPGEMERKT GEBLEVEN”.