Nestorix - Afgelopen vrijdag werd onder aandrang van de Utrechtse gemeenteraad het auditrapport over de aanleg van de Uithoftram openbaar gemaakt.

Dat gedeputeerde Jaqueline Verbeek-Nijhof niet blij is met de openbaarmaking van het door Deloitte opgestelde auditrapport over de stand van zaken rond de realisatie van de tramlijn tussen Utrecht CS en de Uithof zal niemand na lezing van het rapport verbazen.

Ik moet u waarschuwen. Het is een hele klus om er doorheen te komen en de leesbaarheid verdient door al het managementjargon een zware onvoldoende. Maar als je de stoute schoenen eenmaal hebt aangetrokken, dan kom je al snel tot de ontdekking dat de door de gedeputeerde gevreesde mogelijke claims van derden waarschijnlijk het kleinste probleem zijn dat stad en provincie boven het hoofd hangt.

De keiharde rapportage legt zoveel bagger bloot dat de terechte vraag opkomt of we voor die pakweg 0,6 miljard, waar het hele project wel op uit zal draaien, uiteindelijk überhaupt een betrouwbaar, veilig en goed functionerend tramsysteem zullen krijgen.

Spelers
De grote spelers binnen dit project zijn provincie Utrecht, als toekomstig eigenaar en verantwoordelijk exploitant van de lijn, de gemeente Utrecht, die verantwoordelijk is voor de openbare ruimte rond de tramlijn en die natuurlijk ook vanwege de inpassing in het stationsgebied een belangrijke betrokkene is, en de Uitvoeringsorganisatie die de lijn moet aanleggen.

Uit de audit blijkt dat de gemeente Utrecht en de Uitvoeringsorganisatie de zaakjes goed tot redelijk op orde hebben. Alhoewel de gemeentelijke projectorganisatie stationsgebied (POS) binnen het Utrechtse nog wel eens de nodige kritiek op het bordje krijgt, blijkt uit de audit dat ze binnen het Uithoflijn project hun zaakjes goed op orde hebben. Ook de Uitvoeringsorganisatie lijkt uit eerdere audits in het algemeen de juiste conclusies getrokken te hebben.

Provincie
Het is met name de provinciale organisatie, of beter gezegd 'des-organisatie', die er van langs krijgt. Met de aanbevelingen uit eerdere audits is niets gedaan en op het provinciekantoor werkt iedereen nog vrolijk langs elkaar heen, stelt besluitvorming op onderdelen uit omdat men “nog in overleg is” zodat de uitvoerders niet verder kunnen en blijft men kibbelen over wie nu precies waarvoor verantwoordelijk is.

Soms kwam mij de Engelse comedyserie 'Yes minister' voor ogen. Een schoolvoorbeeld van een bureaucratische arena, gespeend van enig besef dat zolang er gepraat wordt tijdens de uitvoering van het proces de taximeter vrolijk door tikt zonder dat je een meter opschiet. Op televisie leuk, maar in de echte wereld draait uiteindelijk de belastingbetaler, u en ik dus, op voor de kosten.

Risico's
De in het rapport geschetste risico’s na realisatie van de lijn liegen er niet om. Een paar voorbeelden. De kans dat de lijn de gewenste en beloofde reistijd zal realiseren wordt ernstig betwijfeld. De voor het onderhoud benodigde remise is zeker niet beschikbaar als de tram moet gaan rijden, maar waarschijnlijk pas een jaar later. De aanbesteding van een onderhoudscontract is overigens nog niet eens begonnen, terwijl er over een goed jaar gereden en dus ook onderhouden zal moeten worden.  

Door de bestelling van een type AHOB’s (automatische halve overweg bomen) die in Nederland niet zijn toegestaan (hoe is het mogelijk?) zal er langzamer gereden moeten worden en zal (voorlopig) verkeersgeleiding moeten worden ingezet.

Doordat de bouwer binnen het Stationsgebied verkeerde spoorstaven heeft neergelegd moet hij die afslijpen en dat roept vragen op over de te verwachten levensduur van de staven. Beoogd was dertig jaar maar die voorspelling staat nu op losse schroeven.

Een groot deel van het personeel voor de tramaanleg is ingehuurd. Op zich niet onlogisch omdat provincie en gemeente op dit terrein de nodige ervaring ontberen.

Het is natuurlijk wel van belang dat al die ingekochte kennis nuttig gebruikt wordt en zorgvuldig wordt vastgelegd om te zorgen dat het eigen personeel het hele tramgebeuren in de toekomst zelf kunnen runnen. De audit stelt vast dat men dat blijkbaar nog niet doorheeft op het Provinciekantoor.

Zo is er nog veel meer.

Bijstorten
Natuurlijk is het moeten bijstorten van 84 miljoen euro geen kattenpis. We zijn als burgers in Utrecht wel wat gewend op dit gebied. Denk maar aan het Muziekpaleis. Het zal ongetwijfeld ten koste gaan van heel veel andere nuttige en belangrijke zaken die aandacht en geld goed kunnen gebruiken.

Maar de vrees lijkt gerechtvaardigd dat het benodigde geld niet eens het grootste probleem is.

Het omzetten van de provinciale organisatie naar een effectieve uitvoerder en beheerder van een efficiënt openbaar vervoer systeem kan wel eens een veel nauwere bottleneck blijken te zijn, waar we ook na de ingebruikneming nog jaren last van kunnen hebben.

Er zullen heel veel neuzen in een en dezelfde richting moeten worden gebogen en heel veel gezond boerenverstand nodig zijn voor de eerste tram veilig en vlot van Utrecht CS naar de Uithof kan gaan rijden.