Nestorix - Je kunt niet alles bewaren. Dat geldt in je huis maar ook voor de stad. Wat moet je met een kerk als er niet langer voldoende gelovigen zijn om hem te vullen? Die vraag is niet nieuw natuurlijk. Wie al wat langer in onze stad rondloopt, heeft er al heel wat onder de sloophamer zien verdwijnen.

De Ludgerus op Zuilen, de Monica aan de Oudenoord, de Paulus in Tuindorp, om er maar eens een paar te noemen. Ooit beeldbepalende gebouwen van de Utrechtse skyline maar overbodig geworden in hun soort.

Soms kregen ze een andere functie zoals de Martinus, die na een korte periode als stadhuis van Juinen, werd omgetoverd tot een fraai appartementencomplex of zijn ze overgenomen door levensbeschouwingen die noch wel volle zalen trekken zoals de voormalige kerk aan de Arnodreef die nu dienst doet als moskee.

Nog altijd zijn er kerkgebouwen die als een financiële molensteen om de nek van hun kerkgenootschappen hangen.

Dat de mensen die nog wel hun heil in een kerk zoeken, niet gelukkig zijn met het verdwijnen van hun vertrouwde plaats van samenkomst hebben we de afgelopen weken kunnen merken. Gezien de reactie van hun opperherder, kardinaal Eijk, die niet eens het fatsoen had om  persoonlijk een petitie van zijn trouwe schaapjes in ontvangst te nemen, voeren zij een achterhoede gevecht. De tijd dat vermogende families, zoals ooit de familie Jongerius in de wijk Lombok, een complete parochie in stand hielden, is reeds lang voorbij.

Door de scheiding van kerk en staat heeft de overheid feitelijk geen boodschap aan noodlijdende kerkgebouwen. Maar zo simpel ligt dat natuurlijk niet. De vaak monumentale kerken zijn niet alleen bedehuizen, het zijn ook touristisch trekpleisters.

Wat dat betreft is de Domkerk onbetwiste koploper, maar Janskerkhof en Pieterskerkhof kun je je toch ook moeilijk voorstellen  zonder hun karakteristieke naamgevers. Zo zijn er nog wel meer kerkgebouwen in de stad die door hun uiterlijk of hun interieur de moeite waard zijn om te behouden.

Deze week laat de Utrechtse raad zich voorlichten over de problemen en de mogelijkheden van dit bijzondere vastgoed. Een aardige geste naar de betrokken bevolkingsgroep maar het is zeer de vraag of het meer oplevert dan wat vriendelijke en meelevende woorden van de volksvertegenwoordigers.

Uiteindelijk draait het ook hier weer om geld. Veel geld voor onderhoud en exploitatie en gezien de al zeer rijk gevulde vastgoedportefeuille van de stad zit daar geen enkele ruimte meer om een gul gebaar te maken.

Zoals bij alle monumenten uit ons rijke verleden zullen er keuzes gemaakt moeten worden. Je kunt nu eenmaal niet alles bewaren wat blijkbaar overbodig geworden is. Wat dat betreft is er geen enkele verschil tussen industrieel, architectonisch, cultureel of religieus erfgoed.