Nestorix - “Een ezel stoot zich in ‘t gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen”, kent u die uitdrukking lezers? (vrij naar dominee Gremdaat). Dit oude Nederlandse spreekwoord kwam bij mij boven bij het lezen van de raadsbrief over de overeenkomst die burgemeester en wethouders wil sluiten met de huidige eigenaar van Hoog Catharijne over het plein onder het bollendak bij Utrecht Centraal.

Klépierre (de opvolger van Corio) wil, zoals te verwachten was, zijn klauwen slaan in zoveel mogelijk openbare ruimte in het stationsgebied. Iedereen die uit het station komt moet immers het winkelcentrum ingelokt worden en daartoe moet elke alternatieve looproute richting binnenstad zo onaantrekkelijk mogelijk, zo niet onmogelijk gemaakt worden.

Bovendien heeft de eigenaar van het vernieuwde HC natuurlijk geen behoefte aan leuke en gezellige concurrenten op het “stationsplein”.

Klépierre beroept zich op een evenementenplek van 120 m2 op het plein die zou zijn afgesproken. Voor het gemak vergeten ze dan even hun glazen “stadshuiskamer” die een belangrijk deel van de opengegraven singel tot een overkluisde rioolbuis heeft gemaakt. Daar zouden immers allemaal evenementen plaatsvinden. Daarom moest die ruimte veel groter worden dan ooit met de Utrechtse gemeenteraad was afgesproken.

In het begin van deze eeuw waren de langlopende erfpachtcontracten met Corio en de Jaarbeurs een belangrijk struikelblok om het Stationsgebied  vernieuwd in te richten naar de wens van de Utrechtse bevolking.

Het kan toch niet zo zijn dat de Utrechtse politiek de zeggenschap over de met grote moeite veroverde stukjes openbare ruimte in het Stationsgebied opnieuw uit handen laat nemen door een beleggingsmaatschappij die uitsluitend het eigen gewin van belang acht. Wij, als Utrechtse bevolking, mogen toch verwachten dat onze volksvertegenwoordigers iets geleerd hebben van de recente historie.

Je hoeft geen genie te zijn om te bedenken dat het uit handen geven van openbare ruimte aan Klépierre waarbij je bovendien als gemeente ook nog eens de verplichting op je neemt om voor de kosten van het onderhoud van die ruimte op te draaien, ontsproten moet zijn aan het brein van een verwarde geest of een slimme koopman die weet dat hij idioten als onderhandelingspartner tegenover zich heeft.

Laten we hopen dat de gemeenteraad laat zien dat ze hun Nederlandse spreekwoorden beheersen en zich niet opnieuw als de spreekwoordelijke ezel voor dit belachelijke karretje laat spannen.