Nestorix - Eenmaal in de vier jaar zit heel cultureel Utrecht met samengeknepen billen in afwachting van het oordeel van de adviescommies die de overheden adviseren over wie wel en wie niet kunnen rekenen op subsidie voor de komende vier jaar. 

Vorige week werd het advies van de nationale Raad voor Cultuur bekend. Bij het Filiaal, het Festival Oude Muziek, het Nederlands Filmfestival en het Catharijneconvent kon de vlag uit. Zij kunnen weer vier jaar vooruit. 

Voor Theater Utrecht, de opvolger van De Utrechtse Spelen, dat vier jaar geleden nog met veel kunst en vliegwerk en steun van toenmalig staatssecretaris en oud-Utrechts gemeenteraadslid Halbe Zijlstra van een roemloze ondergang gered kon worden, en het museum Oud-Amelisweerd (MOA) dreigt het doek te vallen. Een tegenvaller van respectievelijk 1,6 miljoen en 125.000 euro per jaar. 

De vraag of en zo ja, hoe wethouder van cultuur Kees Diepenveen het probleem van de wegvallende rijksbijdrage voor Theater Utrecht en MOA gaat oplossen, wordt daarmee een hele spannende.

In de, vorige week gepresenteerde, voorjaarsnota is weliswaar extra geld beschikbaar gesteld voor cultuur, maar dat wordt volledig opgesoupeerd door Tivoli/Vredenburg.

In de beoogde cultuurbegroting voor de komende jaren zit geen 1,73 miljoen om de nieuwe tegenvaller op te vangen.

Bovendien komt deze week het advies uit van de lokale cultuuradviescommissie en je kunt er donder op zeggen dat die het nodige gekrakeel over de verdeling van de lokale subsidiepot zal opleveren. 

Ook daar zal er natuurlijk weer sprake zijn van opgeluchte winnaars en teleurgestelde verliezers, maar een extra aderlating ten behoeve van de afvallers in de landelijke race zal ongetwijfeld op grote weerstand stuiten bij de rest van het culturele veld.

De culturele woordvoerders van de verschillende raadsfracties kunnen hun borst natmaken. De komende maanden tot aan de begrotingsbehandeling zal het weer uitnodigingen regenen om toch vooral zelf te komen kijken wat er allemaal aan waardevols dreigt te verdwijnen.

Uiteindelijk bepalen de raadsleden immers hoe de subsidiegelden de komende vier jaar verdeeld gaan worden en tot die tijd wordt het voor veel Utrechtse cultuurmakers een kwestie van krachtig lobbyen, billen knijpen en hopen dat het goed komt.