De Nachtfotograaf - Vanuit de Stay Okay aan de Neude mag ik foto’s maken. Als ik erheen loop, weet ik niet wat ik moet verwachten, dus ben ik voorbereid op een koude nacht. Tijdens de wandeling ben ik er blij om, want de kou komt niet door m’n laagjes, zolang ik flink doorloop. Ik heb het liever te warm dan te koud. 

Ik heb gemerkt dat ik tijdens het fotograferen vaak lang stil sta, en dan heb ik eerder last van de kou. Een extra laagje kleren helpt dat te voorkomen.

Ik hoop een beetje op een onverwacht mooie plek ergens op het dak, zodat ik vanuit een heel nieuw standpunt alle kanten op kan fotograferen.De kamer van waaruit ik de foto’s mag maken, zit aan de voorkant en heeft een soort erker. Ik kan niet alleen het plein voor het hotel fotograferen, maar ook een beetje naar links en rechts.       Ik heb uitzicht op een besneeuwd plein, veel felle lichten, en de bibliotheek. Beneden mij zie ik veel koeriers die door de nacht racen. Opvallend is dat ze bijna allemaal een kleine schijnwerper als fietslicht hebben. Gelukkig rijden de meesten niet door mijn beeld. De schoonheid van de bibliotheek is vanuit dit standpunt niet goed te vangen. De fel-verlichte ingang maakt een mooie foto zo goed als onmogelijk op dit tijdstip.

Alsof het afgesproken is, klonteren de koeriers zo nu en dan samen onder het toeziend oog van de Haas van Flanagan op de hoek van het plein. Het is etenstijd, dus erg druk is het er nog niet.  Nu zitten er maar twee mensen netjes op anderhalve meter te kletsen. Misschien koeriers die nog niet aan het werk zijn, of twee mensen die er afgesproken hebben. Ik geef de voorkeur aan het idee dat er iets romantisch aan het opbloeien is in de sneeuw. Het is een beetje koud voor een terrasje, maar het ziet er knus uit. Zo kun je toch een sociaal leven hebben.

Het plein ziet er schoon uit, ondanks het corona-zwerfvuil, zoals weggooi-mondkapjes, en koffiebekertjes. Het besneeuwd plein lijkt schoon. Van een afstand lijkt een plastic bekertje al snel op een sneeuwbal, en mondkapjes vallen al helemaal niet op in de sneeuw.

 

Om half negen kleed ik me weer aan en ga naar huis. Het is altijd afwachten als je vanuit een raam fotografeert, maar veel andere mogelijkheden zijn er niet. Ik heb ze dan ook allemaal wel gehad. Op weg naar beneden zie ik nog een raampje dat uitkijkt op een plat dak aan de achterkant van het hotel. Een mooie reden om nog een keer terug te komen.