René van Maarsseveen - De hele jeugd van Toon Wagenaar stond de Domtoren in de steigers. Regelmatig ging de kleine Toon kijken hoe het werk vorderde. Daarbij maakte hij vele aantekeningen. Op zijn achtste, in 1916, was het restauratiewerk al vijftien jaar bezig.

Het zou nog eens vijftien jaar gaan duren voor de steigers werden verwijderd. Het hinderde de jonge Toon niet. Hij was betoverd door de Domtoren, kende elke steen en begreep al meer over keuzes bij restauraties dan de volwassenen die ervoor waren ingehuurd. Maar wie zou er naar de jongeling en bouwkundige leek luisteren? Hij ging architectuur studeren in Haarlem.

Bouwhistoricus

Hoewel hij architect is, wordt hij later toch vooral beschouwd als bouwhistoricus. Als Toon, die later Theun wordt genoemd, 29 is verschijnt in 1936 zijn boek ‘Bouwgeschiedenis van de Buurkerk’. Het is een gedetailleerde studie over de historische voorbereiding van de restauratie van een middeleeuws monument, zoals de ondertitel vermeldt. Het boek is uniek voor Nederland in zijn detaillering.

In dezelfde tijd bladert Toon Haakma Wagenaar, de familienaam werd in 1932 aangevuld, door zijn aantekeningen van de restauratie van de Domtoren. Aangevuld met zijn verworven bouwkundige kennis heeft hij zijn twijfels bij de genomen beslissingen. Hij kijkt bijvoorbeeld naar in de 1903 vernieuwde torenspits.

De restauratiecommissie had indertijd beoordeeld dat de helling van de torenspits steiler moest, maar daar denkt Haakma Wagenaar anders over. Maar wie gelooft de dertigjarige die het opneemt tegen de bekende architecten die er hun hoofden over hadden gebogen? Twintig jaar later krijgt hij alsnog gelijk, wanneer er meer kennis is van middeleeuws bouwen en er bovendien een document wordt gevonden met metingen van voor de restauratie.

Th. Haakma Wagenaar

Wie is Theun Haakma Wagenaar, vraag ik me inmiddels af. In oude exemplaren van het Maandblad van Oud-Utrecht vind ik artikelen over hem, met hem en dankzij hem. Hoogleraren bouwkunde, zoals C.L. Temminck Groll en R. Meischke, schrijven enthousiast over de waarde die Th. Haakma Wagenaar had als bouwhistoricus in het algemeen en als kenner van de Utrechtse middeleeuwse architectuur en bouwgeschiedenis in het bijzonder.

Hij is geboren op 5 mei 1908 in Utrecht en overleden op 2 september 1986. Zijn vader was de huisarts Willem Wagenaar, die later als gemeentearts van Utrecht onder andere het personeel van de gasfabriek aan de Blauwkapelseweg behandelde. Zijn moeder heette Allagonda Tresling, zijn oom was de bekende componist Johan Wagenaar en hij dankte zijn achternaam aan zijn ongehuwde grootmoeder Johanna Wagenaar.

Deze Johanna Wagenaar was dienstmeisje bij rechter Cypriaan Berger van Hengst en had een jarenlange relatie met hem. Ze kregen samen zes kinderen. Hij erkende de kinderen niet, waardoor het nageslacht de naam Wagenaar kreeg in plaats van Berger Van Hengst. De rechter, die later ook gemeenteraadslid, lid van de Provinciale Staten en raadsheer van het Utrechts gerechtshof was, zorgde wel voor ruime financiële ondersteuning. Daardoor konden de meeste kinderen, zoals Johan en Willem, wel studeren.

Trouwakte

In genealogische en biografische gegevens kom ik veel onjuiste gegevens tegen. In meerdere artikelen wordt als sterfjaar van Theun 1976 genoemd terwijl het toch echt 1986 is, in allerlei stambomen heeft huisarts Willem Wagenaar slechts één zoon, die dan echter Willem heet, enzovoort.

De trouwakte van Theun biedt uitkomst, die is officieel. Daarin staat vermeld dat hij op donderdag 13 mei 1937 in Utrecht trouwt met Fenna Gezina Diddens uit Winschoten. De beide ouders zijn aanwezig. Dat roept direct weer vragen op. Weliswaar is de vraag beantwoord dat zijn ouders inderdaad Willem Wagenaar en Allagonda Tresling zijn, maar de moeder van de bruid heet ook Tresling, Elizabeth. De beide vrouwen blijken zusters.

Theun Haakma Wagenaar en Fenna krijgen een jaar na hun huwelijk, op 30 april, een zoon die ze Willem noemen. Vijf jaar later volgt een dochter Jacoba, die in de wandelgangen Koosje wordt genoemd. Zoon Willem interesseert zich evenals zijn vader voor bouwkunde. Hij staat bekend als kunstschilder, maar houdt zich ook bezig met restauraties.

Treinen

Ik verwonder me erover dat er weinig bekend is over Th. Haakma Wagenaar. Er zijn overzichten van zijn werkzaamheden, er is een uitgebreide bibliografie en er zijn tekeningen van zijn hand. Maar over de persoon is nauwelijks iets te vinden. Het enige wat ik nog kan vinden, buiten bovenstaande familiaire gegevens, is zijn enthousiasme voor treinen.

Hij zorgt er onder andere vanuit die liefhebberij voor dat een locomotief van het type 6300 niet wordt gesloopt. Hij smeekt de toenmalige directeur van de Nederlandse Spoorwegen de locomotief, de NS 6317, te behouden, nadat deze in 1957 uit dienst wordt genomen. In 1959 gaat de locomotief naar het Spoorwegmuseum. Bij de verbouwing van het museum in 2004 wordt de 6317 ingemetseld en onderdeel van een attractie.

Middenschip

Th. Haakma Wagenaar had ideeën om het middenschip van de Domkerk te herstellen in zijn oude staat. Het kwam er nooit van. Wel leuk dat er de laatste tijd weer mensen zijn die daarmee aan de slag willen. Wie weet hebben ze iets aan de uitgebreide documentatie en inzichten van Theun.