Rene van Maarsseveen - Vorig jaar wilde ik iets weten over een pand in de Willem de Zwijgerstraat. Het pand waar jarenlang café de Stadhouder zat en nu eetcafé Sister. Op mijn zoektocht over internet stuitte ik op de website www.mauritsstraatutrecht.nl, waar al vanaf 2002 verhalen staan over die straat en zijn omgeving.

Ik verbaas me er bij het vinden van zo’n website altijd weer over wat een enorme hoeveelheid info er op internet staat. En hoe enthousiast, in dit geval vier bewoners, de site bijhouden en vullen met allerlei informatie. Wie geïnteresseerd is in de Mauritststraat en zijn omgeving moet zeker eens op die site gaan snuffelen.

Vorige week ontdekte ik zo’n zelfde site over het Ridderschapskwartier. Amateurhistoricus Bert Poortman verhaalt op die site, vanaf 2010, over de buurt die ligt tussen de Wittevrouwenkade, Wittevrouwenstraat en Plompetorengracht.
Voor mij is die site wellicht extra genieten omdat ik in het Ridderschapskwartier ben geboren. Leuk om te zien (en lezen) dat daar, tussen de oude muren van de stad, een rijke historie ligt. De Willemskazerne, de ondertekening van het Verdrag van Utrecht, de gevangenschap van Domela Nieuwenhuijs en veel meer feiten uit de geschiedenis van Utrecht, Holland en Nederland zijn terug te vinden in het Ridderschapskwartier.

Orale geschiedschrijving
Het initiatief van de Oud-Utrechter, het tweewekelijkse gratis krantje met verhalen voor en door lezers, was ooit bedoeld om kleine historische feiten en verhalen van (oud)-Utrechters op te tekenen. Een soort orale geschiedschrijving op papier. Ik moet eraan denken als ik denk aan mijn eigen feitjes bij het lezen op www.ridderschapskwartier.nl.

Ik lees bijvoorbeeld over wijnhandel Staffhorst, die jarenlang een winkel in de Wittevrouwenstraat had. In mijn jeugd was het inmiddels een slijterij annex destilleerderij. Die destilleerderij was gelegen in de Keizerstraat in een verzameling panden die jarenlang van mijn familie was geweest. Die hadden er een slachterij gehad. Lang nadat de slacht in 1901 door de gemeente naar het abattoir was verordenend, werden de panden verkocht aan Staffhorst, die er een stokerij in vestigde. Ik speelde er en verrichte soms wat hand en spandiensten bij de productie van Staffhorsts eigen merk jenever en brandenwijn.

Bakker Top
Zoals meer huizen in de Wittevrouwenstraat stamt ook het pand van bakkerij Top uit de late middeleeuwen. Er is op de site Ridderschapskwartier een artikel aan gewijd. Er hebben vanaf 1600 altijd bakkers in het pand gezeten. Elke zaterdagochtend bracht ik in mijn jeugd gehakt naar de bakkerij, dat ze gebruikten in hun saucijzenbroodjes.
Ik ging dan achterom door de zijingang aan de Plompetorengracht, naar een kamer achter de winkel. Met een wenteltrapje, smaller dan die van de Domtoren, kwam je in de bakkerij in de kelder. Een plek met gewelven zoals ook in mijn ouderlijk huis. Mijn vader leverde gehakt aan veel meer bakkers en banketbakkers in de omgeving, maar buiten het kwartier, zoals Wammes en Wagemakers in de Nobelstraat.

Het politiebureau
In mijn jeugd was het politiebureau aan de Wittevrouwenstraat nog als zodanig in gebruik. Ik kwam er wel eens binnen. Het waren aardige agenten die daar rustig een bijkantoor bestierden. In het witte gebouw zaten hooguit vijf agenten.
Bij de hoofdingang hingen kleine ‘gezocht’-posters, zoals je die soms nog ziet in cowboyfilms, met beloningen van 10.000 gulden.
Later kwam er een doorgang naar het gebouw erachter. De toegang aan de Wittevrouwenstraat werd daarna nauwelijks nog gebruikt. En er kwamen veel meer agenten, waarmee er een echte kantoorsfeer ontstond die voor ons, spelende kinderen, minder aantrekkelijk was.

De website staat echt boordevol leuke wetenswaardigheden. Ze brengen me terug naar mijn jeugd, maar zijn ook voor andere Utrechter zeer lezenswaardig.