Rene van Maarsseveen - De laatste twee weken van het jaar zijn voor mij altijd een periode om terug en vooruit te kijken. Het ene jaar ligt daarbij de nadruk op zakelijk, een ander jaar op privé. Het blijven momentopnamen, waarbij vooral de meest recente gebeurtenissen richting geven.

Dit jaar stond in het teken van hernieuwde kennismaking. Vrienden en kennissen waarmee ik voor korte of langere tijd geen contact had, kwamen weer op mijn pad. Met meerdere lagere- en middelbare schoolvrienden, zakenrelaties en anderen waarmee het contact goed was, haalde ik afgelopen jaar herinneringen op. Veel van die herinneringen speelden zich af in Utrecht.

Kleuterschool
Met oud-buurtgenoot Erik ging ik in gedachten terug naar het Jeugdspektakel. We waren elf. In de Margriethal waren allerlei activiteiten georganiseerd voor Utrechtse schoolkinderen. Je kon er boetseren, poffertjes bakken, schilderen, toneelspelen en kiezen uit allerlei ander aanbod. Elke ochtend kreeg ik geld mee van mijn moeder. Je hoefde niet elke dag te gaan. Erik en ik gingen het eerste jaar drie weken achter elkaar.

We waren bij het eerste Jeugdspektakel in 1970 en kregen een discussie over wat er het jaar daarvoor was. Want ik weet bijna zeker dat we het jaar ervoor ook soortgelijke activiteiten hadden gedaan in de Jaarbeurs. Wel waren we het erover eens dat het later, wij kwamen er al niet meer, steeds commerciëler werd. Maar onze herinneringen, realiseerden we, zijn vertroebeld door de andere evenementen die in die tijd.

Sportvrienden
Met schoolvriend Rob fietste ik weer naar Kanaleneiland. Daar voetbalden we bij Zwaluwen Vooruit. Drie keer per week zaten we op de fiets vanuit Wittevrouwen, twee keer om te trainen en op zaterdag om een wedstrijd te spelen. De helft van mijn team kwam ik ook op andere plaatsen tegen. Rob bijvoorbeeld zat samen met mij op waterpolo bij DKR. En met John en mijn broertje ging ik jarenlang ’s ochtends voor schooltijd zwemmen in Ozebi. Het half jaar dat ik op judo zat bij Anton Geesink kwam ik Mark tegen, maar dat was geen vriend. Met John wisselde ik tijdens onze fietstocht naar het voetbal uit wat er die week allemaal was voorgevallen.

Rob was een goede tennisser en ik hield in die periode het Nederlands record 100 meter schoolslag onder veertien jarigen. Hij moest kiezen. Rob koos voor tennis, maar bleef voetballen. Hij moest regelmatig afzeggen. Bij zwemmen en voetbal gebruik je totaal verschillende spiergroepen. Ook ik moest kiezen. Het werd voetbal, een keuze die me vooral werd ingegeven door bestuurlijke willekeur bij de zwemvereniging (een verhaal apart).

Middelbare school
Met klasgenoten van het Boni had ik dit jaar twee minireünies. Het vreemde was dat we na de eerste keer nauwelijks meer over school praatten. We gaan gewoon verder vanuit het nu, alsof er geen gat van dertig jaar ligt in onze levens. Als er al eens een herinnering wordt opgehaald, dan gaat het over wat we deden in pauzes of na school. We maakten dan met de leerlingen van de Gregoriusschool de Nobelstraat onveilig, gingen wat drinken in de Metro op de Vismarkt of bereidden ons in de Kloosterhof van de Domkerk voor op een overhoring.

Met het ophalen van zulke herinneringen in de kersttijd voel ik de wortels van mijn bestaan. In tegenstelling tot beleggen geeft zo’n rijk verleden een garantie voor de toekomst, besef ik. Een mooiere basis bij wensen en voornemens voor 2015 kan ik niet hebben.