René van Maarsseveen - Sinterklaas had mij goed bedacht. Ik kreeg onder meer het boekje ‘Als een god in Utrecht’. Hij wist uit zijn grote boek, of had het van een Piet gehoord, dat ik verhalen over Utrecht leuk vind. Vooral als het een beetje historisch of anekdotisch is.

De schrijversnamen op voor- en achterkant beloofden wat dat betreft al veel goeds: Godfried Bomans, Battus, Nescio, Bordewijk, Carmiggelt en zestien anderen.

Provincie

De eerste tegenvaller was dat het om de provincie bleek te gaan. Op zich geen ramp. Er zijn talrijke verhalen te vertellen over de stad Utrecht, je zou er meerdere boeken over kunnen volschrijven. De uitgever koos 21 verhaaltjes over Amersfoort, Soest, Utrecht, Wijk bij Duurstede en andere plaatsen.

Och, schreef ik over. Sorry, het gaat niet over die plaatsen. In de meeste verhalen komt de plaatsnaam alleen voor. Dan speelt een situatie toevallig in bijvoorbeeld de stad Utrecht, heeft de schrijver het daar gesitueerd of heeft de uitgever zijn hand erin gehad om wat klinkende namen te kunnen opvoeren.

Neem het hoofdstuk Kronkels van Simon Carmiggelt, dat bestaat uit drie verhaaltjes. De eerste begint met ‘Het was in Utrecht’. Middenin staat ongeveer de opmerking ‘de ober uit Utrecht’ en aan het eind komt Utrecht nog een keer voor bij ‘… datzelfde Utrechtse restaurant’. Het verhaal had evengoed in het boekje over Noord-Holland kunnen staan… ‘Het was in Haarlem’. De erven Carmiggelt zouden geen bezwaar hebben.

Toegankelijk boekje

Ik schud de tegenvaller van me af, die is voortgekomen uit mijn eigen verwachting, en ik beslis ‘het is bedoeld als een luchtig verhalenboekje in een provinciale serie’, want van de andere provincies zijn ook verhalenboekjes gemaakt. De uitgever of samensteller wilde eenvoudig enkele prettig leesbare verhalen voor iedereen, niet alleen voor de met Utrecht bekende lezer.

Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. De Utrechtse Voorstraat is door de recente documentaireserie wellicht landelijk bekend. Andere straten zijn voor niet-Utrechters waarschijnlijk niet interessant, onbekend en door dat laatste wellicht zelfs storend. Overigens komen er in sommige verhalen wel plaatselijke details voor, zoals bij C.C.S. Crone.

Ik mijmer nog wat door over het boekje. Ik vraag me, vanwege bovenstaande, af waarom de serie ‘Als een god in … ‘ is genoemd. De titel verwijst naar de uitdrukking over het onbezorgde leven dat voor veel Nederlanders aan Frankrijk is verbonden.

Vakantielectuur

Ik kan natuurlijk niet in de gedachtewereld van de uitgever kijken. De bij elk boekje terugkomende serietitel versterkt mijn idee dat de uitgever vooral een toegankelijk en makkelijk verkoopbaar verhalenboekje wilde maken. Zo’n impulsaankoop als je bij de kassa staat te wachten of als Sint het even ook niet meer weet.

Vind ik dat jammer? Voor mezelf natuurlijk wel. Maar als vakantieboekje, tijdens onbezorgd luieren in een makkelijke stoel, is het een prettig afleiding.

Utrechtse sprookjes

Wellicht leuk voor een nieuwe serie boekjes: plaatselijke sprookjes. 

Er was eens een lief klein meisje; ze woonde in Utrecht, iedereen die haar zag hield veel van haar, maar haar grootmoeder wel het allermeest, en die wist eenvoudig niet, wat ze het kind allemaal zou willen geven.

Op een keer gaf ze haar een rood fluwelen mutsje, en omdat het haar zo goed stond en ze nooit meer iets anders droeg, werd ze voortaan enkel maar Roodkapje genoemd.