Utrechts Verbond – Tot 1 februari nodigt het Utrechts Verbond Utrechtse Kunstenaars en kunstinstellingen uit een aanbeveling te schrijven over een Utrechtse kunstenaar of kunstinstelling. Deze worden gericht aan de Advies Commissie Cultuurnota 2017-2020 waar tot 1 februari subsidieaanvragen ingediend kunnen worden.

Dit keer is gastschrijver Peke Hofman, kunstcriticus en curator.

Hoewel het kunst en cultuurklimaat in de stad Utrecht, in algemene zin, zeker niet slecht genoemd kan worden – ik denk hierbij vooral aan de vele toonaangevende festivals en het nieuwe prestigieuze muziekcentrum - kan men toch objectief constateren dat op onderdelen er wel verbeteringen mogelijk zijn. Vanuit mijn vakgebied, de beeldende kunst, heeft Utrecht erg weinig voor de kwalitatief hoogwaardige Utrechtse beeldende kunst.

Het Centrum Beeldende kunst is nog niet zolang geleden wegbezuinigd, het voormalig Grafisch Atelier moest daardoor noodgedwongen stoppen en het Museum voor Hedendaagse Kunst is al heel lang geleden gesloten. Utrecht heeft, zeker in vergelijking met de andere steden in de Randstad, weinig (goede) galeries, erger sommige galeries zijn, mede vanwege het slechte kunstklimaat, vertrokken naar bijvoorbeeld Amsterdam. Datzelfde geldt voor veel jonge, vaak zeer getalenteerde kunstenaars waarbij Utrecht vaak niet gezien wordt als 'the place to be'.
Instellingen als BAK en Casco zijn zeker belangrijk voor de kunst maar richten zich niet op het discours in Utrecht. Om het kort door de bocht te formuleren; tussen de academiegalerie (voor studenten of net afgestudeerden) en het Centraal Museum zit een gapend gat.
Als het de ambitie is van de gemeente Utrecht om aantrekkelijk te zijn voor de grote groep jonge en oudere Utrechtse kunstenaars is Kunstliefde één van de instellingen die gekoesterd zou moeten worden. Zeker een stad met een grote kunstacademie heeft daarvoor een speciale verantwoordelijkheid. In veel steden met een academie zie je vaak een bruisend kunstklimaat. Ik denk dan niet alleen aan Amsterdam en Rotterdam maar ook bijvoorbeeld aan Groningen en Enschede.

Het is dan ook mede om deze reden dat ik graag een lans breek voor Kunstliefde. Kunstliefde (opgericht in 1807) heeft zich de afgelopen jaren steeds vernieuwd en heel wat Utrechts talent voor het voetlicht gebracht. Dit doet zij door het maken van interessante en laagdrempelige tentoonstellingen voor een breed publiek in de prachtige ruimte aan de Nobelstraat 12A. De tentoonstellingen bieden een podium voor Utrechtse kunst en kunstenaars. De Belofte is een traject waarin recent afgestudeerde kunstenaars de kans krijgen om samen een tentoonstelling te maken. Ze worden daarbij uitgedaagd om nieuw werk te maken en niet in het zwarte gat na de academie te vallen. Kunstliefde draagt daarmee bij aan de ontwikkeling van de humuslaag in de Utrechtse kunst. Een aantal van deze jonge kunstenaars krijgen weer kansen in UtrechtDownUnder waarin gerenommeerd en jong talent worden gepresenteerd.

UtrechtDownUnder - actuele beeldende kunst op locatie, een project van Kunstliefde, heeft niet alleen laten zien dat er een grote behoefte is onder kunstenaars aan een platform in de stad, maar ook bij bewoners, geïnteresseerden en mensen bezoekers/kunstliefhebbers uit andere delen van het land zijn de twee grote manifestaties heel goed aangeslagen. De eerste editie in 2013 in de werfkelders was succesvol en de laatste editie dit voorjaar in de voormalige gevangenis aan het Wolvenplein trok maar liefst 8000 bezoekers in vier weken. Ook de Atelierroute Utrecht, eveneens georganiseerd door Kunstliefde, is een belangrijk evenement waarbij Utrechters de kans krijgen om in de keuken van de Utrechtse kunstenaars te kijken.

Het gaat mij overigens niet alleen om Kunstliefde. Er is humus in de stad, de academie, de academiegalerie, verschillende kleinere initiatieven van en voor jonge kunstenaars. Er is een gerenommeerd museum en belangrijke internationaal georiënteerde kunstinstellingen. Maar voor de meeste kunstenaars in de stad, enkele bekende en gevestigde kunstenaars daargelaten, is er dus bar weinig.

De potentie van de makers in de stad verdient een stevig, in Nederland, verankert podium. Utrecht is immers de stad van de makers. Kunstliefde faciliteert op het gebied van de beeldende kunst de zichtbaarheid van Utrechts talent dat anders verborgen zou blijven.
Omdat beeldende kunst, net als de andere disciplines, de zuurstof is voor de samenleving, lijkt het mij dat enige ambitie geen kwaad zou kunnen.

Met deze column sluit het Utrechts Verbond de estafette column af. We hopen de lezers met deze reeks de breedte en diepte van het Utrechtse culturele veld te hebben geschetst en wensen de adviescommissie alle wijsheid toe in hun beoordelingen. Leden van het Utrechts Verbond presenteren zich zelf op zondagmiddag 24 januari aan elkaar, aan het publiek en de nieuwe wethouder tijdens een speciale Pecha Kucha aflevering in het Huis. Zie hier voor meer informatie en hier voor gratis kaartjes.