Armand Leenaers - Steeds vaker hoor je dat Nederlanders zich moeten schamen voor hun tolerantie. Meestal gaat het dan om het gedoogbeleid ten aanzien van softdrugs. Dit is zodanig uit de hand gelopen dat ons land zou zijn afgegleden tot een narcostaat waar met regelmaat mensen uit de weg worden geruimd. Er wordt op grote schaal zwart geld witgewassen en de onderwereld is geïnfiltreerd in de bovenwereld om haar duistere belangen veilig te stellen. En dit alles zou zijn terug te voeren op doorgeschoten tolerantie, synoniem voor het hebben van slappe knieën.

Maar is dat ook zo? Tolerantie wil oorspronkelijk zeggen ruimte geven aan andersdenkenden. In haar boek Wereldrijk voor een dag beschrijft de Chinees-Amerikaanse hoogleraar Amy Chua hoe de Nederlandse Republiek in de Gouden Eeuw machtig en rijk kon worden door tolerant te zijn. Minderheden die elders werden vervolgd zoals Franse hugenoten, protestanten in Antwerpen en joden uit Portugal en Spanje, waren welkom in de Hollandse steden. Ze droegen bij aan de welvaart van die tijd.

Deze tolerantie werd in 1579, en dat was voor het eerst, vastgelegd in een officieel document getiteld de Unie van Utrecht. Daar moet wel bij gezegd worden dat dit betrekking had op het grondgebied van de zeven Verenigde Provinciën. In de overzeese gebiedsdelen waren discriminatie, racisme en slavernij veelal de norm. Er was dus sprake van relatieve tolerantie en het was zeker niet voor iedereen een Gouden Eeuw. Deze tolerantie wordt internationaal gezien als een Nederlands kroonjuweel. Misschien is het wel ons belangrijkste exportartikel. 

Verdraagzaamheid jegens andere volken kenmerkte ook de Romeinse keizers in de tweede eeuw, enkele dynastieën in China, de Mongolen van Djengis Khan en de Spaanse machthebbers van vóór de inquisitie toen katholieken, joden en moslims in vrede en voorspoed samenleefden. Zodra deze strategische tolerantie jegens andersdenkenden verdween was het meestal snel afgelopen met de vooruitgang, zo laat de studie van Chua zien. Zij is niet de enige die er zo over denkt. 'Intolerantie verraadt een gebrek aan geloof in de eigen zaak' zei Mahatma Gandhi in 1921. Wijze woorden ook 100 jaar later.

Vandaag de dag is er van die beroemde Nederlandse tolerantie bar weinig over. Ook de Utrechtse Tolerantieprijs bestaat niet meer. Ik ben 10 jaar lid geweest van de jury. Wij beoordeelden lokale initiatieven die verdraagzaamheid, respect en begrip bevorderen. De uitreiking vond plaats tijdens het Bevrijdingsfestival op 5 mei. Tegenwoordig is het een Diversiteitsprijs en spreekt menigeen vol vuur over inclusie. Dat is prijzenswaardig maar ik betreur het zeer dat tolerantie in een bedenkelijk daglicht is komen te staan. Het is immers niets anders dan verstandig beleid waar een divers samengestelde gemeenschap sterker van wordt.