Armand Leenaers - Herkenbaar die roep om een goed verhaal voor het snel groeiende Utrecht onlangs in het Financieele Dagblad (klikhier). We hebben het vaker gehoord. Het artikel somt de vele pluspunten van de stad op en laat burgemeester Sharon Dijksma als voorzitter van de Economic Board Utrecht verzuchten dat bijna niemand dit weet.  

Dat moet natuurlijk anders nu zij aan het hoofd staat van een zelfbenoemde 'gezondheidsmetropool' die de wereld wil veroveren als 'Health heart of Holland'. Het is de reflex van ambitieuze bestuurders die graag voorop gaan in het uitventen van succesverhalen waarin wensdenken de boventoon voert. 

Helaas voor hen is de werkelijkheid wat minder prozaïsch. Het ooit ietwat mistroostige maar inmiddels zo succesvolle Utrecht kreeg bijna alles op een presenteerblaadje aangereikt. De centrale ligging voor auto en trein plus het Amsterdam-Rijnkanaal, een monumentale binnenstad, de florerende universiteit, instituten voor hoger onderwijs en grote ziekenhuizen plus de nabijheid van mooie natuur in het Groene Hart en de Utrechtse Heuvelrug maken stad en regio zeer aantrekkelijk. 

Het zou heel gek zijn als zo'n plek géén bedrijven, instellingen en toeristen had aangetrokken. Eerder hadden de bisschoppen ook al gekozen voor Utrecht en werd op de resten van het Romeinse castellum een kerk en later een immense kathedraal gebouwd, de huidige Dom. Een bezoekje aan het ondergrondse DOMunder verheldert veel. Even verderop opent op 2 juni Paleis Lofen, het onderkomen waar keizer Hendrik V exact 900 jaar geleden vastlegde dat Utrecht van bisschop Godebald stadsrechten had gekregen.  

Na de middeleeuwen verloor Utrecht haar vooraanstaande positie in Noord-Nederland. Vervolgens hebben de forten en vestingwerken van de Hollandse Waterlinie uitbreidingsplannen in de weg gestaan. Pas met de Vestingwet van 1874 kwam daar een eind aan en kon de gezapige Domstad weer mee in de vaart der volkeren.

Industrie deed zijn intrede met Demka, Jaffa en Werkspoor. Winkelcentrum Hoog Catharijne gaf Utrecht in de jaren zeventig een modern aanzien maar een masterplan voor de economische opleving eind 20e eeuw is er nooit geweest. Dat bleek toen Utrecht rond de millenniumwisseling beter bleek te presteren dan vergelijkbare steden in Europa. Delegaties kwamen op werkbezoek om iets te leren maar veel te vertellen was er niet. De voorzitter van de Kamer van Koophandel meende zelfs dat 'Utrecht een succesverhaal werd niet dankzij maar ondanks de bemoeienissen van de gemeente'.  

In plaats van campagnes lanceren met loze prietpraat (klikhier) kan de stad zich daarom beter kan toeleggen op echte problemen zoals betaalbare huisvesting en goed onderwijs voor iedereen en het aanpakken van de sociale ongelijkheid. Lang niet alle Utrechters hebben een hoog inkomen, zijn gezond en wonen in een prettige omgeving. Het weerbarstige verleden onder ogen zien en daar naar handelen, dat zou pas een goed verhaal zijn.