Peter Gieling - Vanaf 2013 zie ik vaak de pakkende (licht)tekst staan op het gebouw aan de Catharijnesingel dat ik me nog altijd herinner als ‘Ziekenzorg’. De plek waar ik als jongen een forse hekel kreeg aan 'vooroorlogse' tandartsen.

Het is vanaf het Hoofdbureau van politie over de singel richting Tolsteeg en dan net voor het Moreelsepark, waar ik nog steeds een glimlach op mijn gezicht krijg als ik de zin ‘Feel the warmth’ zie oplichten. De warmte van de zon, de warmte van fijne mensen om je heen, de warmte van thuis met de feestdagen. Beelden die onmiddellijk bij me opkomen.

Afgelopen maandag, tijdens het oplossen van de verslavende Utrecht Quiz in het AD (Jos Sambeek, bedankt weer) realiseer ik me, tijdens een vraag over een kunstenaar en mijn zoektocht daarbij, iets anders. Ik rij ook regelmatig vanaf de andere kant de singel af en zie dan ook een andere tekst oplichten. ‘Burn the village’. Kennelijk heb ik die twee nooit aan elkaar gekoppeld, omdat ik ze op verschillende momenten lees …

In 2011 gaan de jongeren in grote delen van Engeland ‘helemaal los’. Rellen, brandstichting, plunderingen en vechtpartijen trekken een spoor van vernieling door de steden. Onderzoekers zoeken nog steeds naar de exacte redenen. Op de website van de gemeente tref ik, bij de uitleg over dit kunstwerk, een oud Afrikaans gezegde aan: ‘If the young are not initiated into the village, they will burn it down just to feel its warmth.’ Oftewel: als je de jongeren buitensluit, branden ze de stad af en warmen ze zich wel aan het vuur.

Natuurlijk zijn onderliggende problemen niet ééndimensionaal en simpel op te lossen, maar toch… Ook nu kijken velen weer onrustig uit naar het aantal autobranden rond oudjaar. En de laatste jaren zien we regelmatig geweldsuitbarstingen rondom allerlei thema’s, waar veel jeugd op afkomt.

Ik en met mij velen, verheugen zich op het komende ‘geboortejaar’ van Utrecht. En de vele mooie U900 activiteiten. Velen zijn al met de voorbereidingen bezig. Het thema ‘stad zonder muren’ is natuurlijk ook prachtig. Hoe geef ik, geven we, dat handen en voeten is een vraag die regelmatig bij me opkomt. Zeker in het licht van de warmte van het erbij horen, die iedereen zoekt. Waar iedereen ook recht op heeft.