Engelman - Respect voor bouwmeesters
Gepubliceerd: maandag 17 april 2023 08:15
Louis Engelman – Bewondering. Dat overheersende gevoel nam ik zondagmiddag mee naar huis na een bezoekje aan Het Utrechts Archief. Daar werd in een ‘Verhalencafé’-editie uitgebreid stil gestaan bij de restauratie van de 700 jaar oude Domtoren. Een onderwerp waarover het archief sinds vorige week de tentoonstelling ‘In de steigers’ heeft ingericht.
Mijn admiratie, eerbied of hoe je het ook mag noemen gold vooral voor het vakmanschap van de oorspronkelijke bouwers die in 1321 aan de megaklus begonnen. Maar met evenveel respect liet ik me inlichten over de wijze waarop de huidige restaurateurs de iconische Utrechtse toren zijn kracht en uitstraling voor de komende decennia willen teruggeven.
Dat gevoel van waardering groeide naarmate restauratiearchitect Karlijn de Wild en stafmedewerker/gids Jitte Roosendaal, ondervraagd door journalist Ton van den Berg, tot in detail uitlegden welke technieken er waren toegepast door de bouwers van de Dom in 1321. En hoe de handswerklieden van nu weliswaar met veel modernere middelen soortgelijke wonderen verrichten.
Natuurlijk werd er stilgestaan bij de verwoestende stormen van 1674, toen het hele middenstuk werd weggeslagen, en van 1836 waarbij de lantaarn deels instortte. Dat er daarna serieus was overwogen de in verval geraakte toren af te breken, wist ik niet. En ook niet dat deze sloop werd voorkomen vanwege het feit dat afbraak meer geld zou gaan kosten dan herstel.
Een andere verrassing was dat de bovenkant van de Dom – de lantaarn – ooit door toepassing van een speciale loodverf wit gekleurd is geweest. En dat het deel eronder, besmeurd met ossenbloed, een rode aanblik bood. Die Utrechtse kleuren komen overigens niet terug.
Inmiddels zijn de spits en gouden windvaan van de Dom weer zichtbaar. En dit jaar zal het gehele bovenstuk van steigers worden ontdaan. Maar het duurt nog zeker anderhalf jaar voor de toren opnieuw in volle glorie te zien zal zijn. Tot dan zullen we het voorlopig moeten doen met de expositie in het Utrechts Archief.