Louis Engelman - Tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen heb ik – zoals dat hoort – mijn stem uitgebracht. Maar van harte ging dat niet. Tot mijn eigen verbazing trof ik mezelf aan als zwevende kiezer. Want aan wie zou ik mijn vertrouwen schenken?

Uiteindelijk viel mijn keus op de PvdA. Niet omdat ik vond dat die partij veel potten had gebroken in de Utrechtse politiek. Eerder vond ik het sneu dat de sociaal-democraten dreigden te worden afgestraft voor het geklungel van hun landelijke vertegenwoordigers. Lodewijk Asscher voorop.

Maar wat ik zeker wist, was dat ik mijn stem niet aan GroenLinks zou geven, zoals in het verleden wel was voorgekomen. Die overtuiging vond haar oorsprong in ergernis. Met name over de ‘regeerstijl’ van deze partij in het college. Die riep het woord ‘regent’ in mij op.

Lot van Hooijdonk, wethouder voor milieu en verkeer, was daarvan de veroorzaakster. Zij haalde het in haar hoofd om in de kwestie van de oplopende kosten van De Uithoflijn – die minstens 84 miljoen euro duurder wordt dan begroot – een kritisch rapport achter te houden. Waarschijnlijk omdat de inhoud ervan haar politiek niet goed uitkwam. Een fantastisch voorbeeld van een regentenmentaliteit.

Lot van Hooijdonk tijdens een verkiezingsdebat. Foto: Ton van den Berg

Daarbij voegde zich een andere verontrustende observatie. In het spoeddebat van Provinciale Staten zag ik medio februari hoe de fractie van GroenLinks, met hulp van D66, de schuld van het financiële debacle zoveel mogelijk op andere partijen afschoof. Het was zonneklaar dat de partij zich meer bekommerde om de positie van de Utrechtse wethouder dan om het feit dat de inwoners van stad en provincie geldelijk werden gedupeerd door wanbeleid.

Kennelijk zijn dat de reflexen van partijen aan wie de kiezer de macht heeft gegeven. In plaats van tot op de bodem uit te zoeken hoe een en ander is ontstaan en wie daarvoor verantwoordelijk is, wordt allereerst gekeken hoe de schade voor de eigen club kan worden beperkt. Regentesk.

Dan nog even terug naar de PvdA. Zoals verwacht kreeg deze partij op de dag van de verkiezingen een flinke draai om de oren. Het is wel zeker dat het landelijke beleid hiervan de oorzaak is geweest. Want hoe kan je een partijleider (Asscher) nog vertrouwen als die als een windvaan z’n visie verandert om kiezers te paaien. Met zo’n voorman kan je nog zo vaak ‘de wijken ingaan’, het vertrouwen win je er niet mee terug.

De Utrechtse PvdA-raadsleden weten dat zelf ook best. Alleen een nieuwe onbevlekte leider of leidster kan hun partij uit het dal halen. Dus zouden ze de moed moeten hebben Asscher op te roepen zich uit de politiek terug te trekken en plaats te maken voor iemand die wel geloofwaardig is. Anders blijft het op lokaal niveau doormodderen.