Raymond Taams - “Als dat woord nog een keer per ongeluk over je lippen rolt, ren je naar binnen, grijp je de bestekla en verstopt ‘m opdat ik mijzelf niks aandoe”, gromde de IJzeren Man tegen Joep. Ze zaten bij Joep in de tuin, de zon scheen, vogels floten, op het eerste gezicht leek er niets aan de hand.

“Het lijkt wel of mensen juist meer borrelen tijdens de lockdown, al mijn vrienden willen de hele tijd videoborrelen”, had Joep gezegd. Die opmerking bracht de IJzeren Man terug naar 2004. Op een zomeravond aan de Amstel had hij zijn vader toen op 52-jarige leeftijd zien sterven aan AIDS. 

In verpleeghuis de Amstelhof, waar nu de Hermitage zit, lag pa als een klappertandend geraamte met nog wat vel eromheen onder een deken. Verkruimeld, gelig weefsel vulde zijn oogkassen. De absolute horror, beëindigd door een laatste stoot morfine. “Bij normale ziektes ga je dood en daarna rot je weg, bij AIDS is het precies andersom”, zei de IJzeren Man na afloop op een terras tegen zijn moeder.

De jaren erop was hij doodsbenauwd geweest voor seks. Telkens als het er van dreigde te komen met een meisje, doemde het spookbeeld van die avond aan de Amstel weer op. Tot hij besloot dat niet leven erger is dan doodgaan aan AIDS. Nu, in 2020, was het concept ‘niet leven’ terug in de vorm van videoborrelen.

Misschien moest hij zijn generatiegenoten wat tijd gunnen, peinsde de IJzeren Man terwijl Joep nieuw bier haalde. De gretigheid waarmee ze de overheidsmaatregelen omarmden, viel hem tegen. Hij pakte zijn telefoon en las dat Koningsdag werd omgedoopt tot ‘Woningsdag’, met een digitale vrijmarkt. ‘De dag eindigt met een thuistoost, om 16:00 uur heft iedereen het glas op de koning, die 53 jaar wordt’, stond er.

De tuindeur zwaaide open, daar was Joep met twee nieuwe halveliterblikken. Zachtjes telde de IJzeren Man zijn zegeningen.