Dik Binnendijk – Na Nieuwsuur is het voor mij meestal tanden poetsen en naar bed. Voordat ik de trap op ga naar mijn slaapkamer, kijk ik altijd door het raam van mijn balkondeur naar buiten: zie ik sterren en de maan? En nu het rond half elf ook schemert: is Krelis er nog?

Ja hoor, begin deze week heb ik hem voor het eerst dit voorjaar weer gezien en donderdagavond ook. Hij fladderde boven onze binnenplaats rond (begrensd door Willemstraat, Lange Koestraat, Waterpoort en Bergstraat) op jacht naar insecten. Vooral tegen de lichtgele achterkant van de Willemstraatpanden kan ik hem goed bezig zien.  

Zo’n vijf jaar geleden schreef ik al eens over hem. Krelis is ‘onze’ vleermuis. Ondanks dat ik bioloog ben, ben ik geen vogelkenner. Krelis zal wel een dwergvleermuis zijn, de meest geziene vleermuis van de achttien soorten in ons land. Of het een mannetje of vrouwtje is, zou ik niet weten. Waar hij overdag verblijft of waar z’n overwinterplaats is, weet ik evenmin. Ik heb altijd gedacht dat het ergens onder het dak of in een spouwmuur van de Westerkerk zou zijn aan de Catharijnekade. 

In de periode 2018/2019 is deze kerk verbouwd tot hotel Bunk. Vooral tijdens de vervanging van het oude leistenen dak door nieuw leisteen, was ik bang dat dit ten koste zou gaan van Krelis’ verblijfplaats. Dus een zucht van verlichting toen ik hem half 2019 weer zag vliegen.

Of er in de oude kerk nog plaats is voor niet-betalende dwergvleermuisgasten....ik zou het niet weten. Zo niet dan heeft hij een andere hangplek gevonden. Misschien wel in een van de elf speciale vleermuisgaten onder de Paardenveldbrug.

Jaren geleden toen mijn buurvrouw Marion nog naast me woonde, zaten we regelmatig op warme zomeravonden tot vrij laat buiten. Op die avonden ging er minstens een fles rosé op. Zo ontdekten we de fladderende vleermuis. We zagen hem elke avond. Dus we hebben hem toen maar de naam Krelis gegeven. Soms zagen we er twee en nr. 2 was natuurlijk een ‘zij’: Krela. En een enkele keer zagen we tegelijkertijd er drie rondfladderen: Krelis, Krela en hun kind Krelientje.

Het binnenterrein - tegen de lichte muren kun je in de schemer Krelis goed zien fladderen. Foto: Dik Binnendijk

Misschien zie ik telkens andere vleermuizen, want er zitten er meer in de buurt. Gemiddeld wordt een vleermuis vijftien jaar, maar hij kan ook wel dertig worden. Dus op zich kan Krelis nog steeds de Krelis zijn die Marion en ik zo gedoopt hebben. In ieder geval ben ik weer blij dat ik hem weer zie, maar het zou natuurlijk nog leuker zijn als ook Krela mee zou fladderen. 

Toch maar eens aan mijn huidige buurvrouw Garjan voorstellen om op zo’n zwoel avondje buiten te gaan zitten: zij met een glas speciaal bier en ik met een glas witte wijn. De tijden zijn veranderd! We doen dat ’s avonds bijna nooit meer. Misschien zien we dan Krelis, Krela, Krelientje en misschien ook Krisje boven ons hoofd met hun - voor ons mensen - onhoorbaar geluid insecten vangen. En dan maar mijmeren over de goede dingen des levens.