Dik Binnendijk – Van de zeventig kunstenaars die exposeren op de mooie tentoonstelling ‘Actuele kunst in de oude bieb’ - die ik afgelopen zaterdagmiddag in de oude stadsbibliotheek heb bezocht - ken ik er drie persoonlijk. Nou ja, gekend...? Beter gezegd: heb ik ooit gesproken. Het zijn Paul Klemann, Robbie Cornelissen en Lou Vos. Via de media volg ik nog steeds waar ze mee bezig zijn.

Een schilderij van Lou Vos (1968), hangt bij Peter aan de muur, een goede vriend van me. Peter was zaterdag vrijwilliger bij de tentoonstelling, maar ik had hem nog niet gezien. Dus toen ik het kunsthoekje van Lou herkende, nam ik een foto van haar werk als een soort bewijsstuk. “Kijk, ik was er ook!” Met Peter ben ik tijdens een open dag tig jaar geleden bij Lou op bezoek geweest in haar atelier in de Vlampijpstraat.

Robbie Cornelissen (1954) ken ik via de studie. In 1973 is hij in Utrecht biologie gaan studeren; ik in 1967. Ik vermoed dat ik hem ontmoet heb toen ik nog student-assistent genetica was. Daarna zagen we elkaar regelmatig in het Utrechtse uitgaansleven. Op een gegeven moment vertelde hij me dat hij was gaan tekenen. Hij deed een kunstopleiding in Den Haag en later in Amsterdam. Ik heb begin ’90 zijn eerste tentoonstellingen in Utrecht gezien. Inmiddels heeft hij regelmatig buiten ons land geëxposeerd, zoals in Parijs, New York en in Montreal (Canada). Hij woont nog steeds in zijn geboortestad Utrecht. Een enkele keer kom ik hem tegen op de Vredenburgmarkt. “Ha Dik! Hi Robbie!”

Robbie Cornelissen: De Wachtkamer (Tokyo, 2019). Foto: Dik Binnendijk

Naar de drie schilderijen van Paul Klemann (1960) heb ik gekeken zonder dat ik wist dat ze van hem waren. Eigenaardige voorstellingen; het zouden weleens dromen kunnen zijn. En dat gevoel klopte dus, toen ik zijn naam zag staan. Ik herinner me veel wazige gesprekken met hem in de homobar De Wolkenkrabber (nu café Kalff, Oudegracht). Ik kon Pauls zweverige gedachten vaak moeilijk volgen en dat was niet alleen door de drank. Hij probeerde mij zijn dromen te beschrijven en hoe hij die wilde ‘grijpen’. Ik heb onthouden dat zodra hij wakker was, hij meteen zijn dromen ging schetsen om die later op de dag uit te werken. In 1993 won Paul de Prix de Rome Tekenen. Een vliegende start, maar contact had ik toen al niet meer met hem. Onlangs heeft Paul de Boellaardprijs 2020 gewonnen: de oeuvreprijs voor kunstenaars van 50 jaar of ouder met Utrechtse roots.

Werk van Paul Klemann. Foto: Dik Binnendijk

In tegenstelling tot de vage gesprekken van toen was de tekst bij Pauls schilderijen kort en helder. ‘De afgelopen 30 jaar tekende Paul Klemann zijn droomtekeningen. Nu hoopt hij de komende 30 jaar zijn dromen te schilderen.’ De teksten op de bordjes bij het werk van Robbie en Lou waren langer en wat ingewikkelder. Maar ik kon ze begrijpen, ook omdat ik min of meer hun werk ken.

Maar bij veel andere exposerende kunstenaars was die tekst regelmatig een ramp: vaag, pretentieus kunstenaarsgeblaat. Hoe langer de tekst op de bordjes des te nietszeggender vond ik de schrijfsels. Ik ergerde me daar wezenloos aan. Wat moet ik met een zin waarin theorieën, concepten en objecten elkaar raken in de verre ruimte (ik citeer de zin uit mijn hoofd; hij zal vast iets anders zijn). Of dat de kunstenaar overtuigd is dat: beeldende kunst zich uitstekend leent om substantiële en urgente kwesties te bevragen. “Wij moeten onze wereld opnieuw bekijken en zo onze existentiële authenticiteit als mens hervinden.” Zucht! Zo kan ik er nog wel een paar citeren. Eerlijk gezegd plukte ik deze tekst van de tentoonstellingswebsite. De teksten op de bordjes zelf heb ik niet gefotografeerd, die waren echt nog erger.

Als radiomaker en schrijvend journalist is mijn devies: hoe concreter, hoe beter! Zeker radioteksten komen één keer voorbij. Je moet ze onmiddellijk snappen, anders haken luisteraars af. In feite geldt dat ook voor brokjes tekst bij een kunstwerk. Natuurlijk kun je zo’n geschreven tekst nog twee of drie keer lezen, maar of je dan meer snapt van het kunstwerk betwijfel ik. Jammer! Zo’n blaattekst doet alleen maar afbreuk aan de beleving van het kunstobject. In ieder geval bij mij wel! Zal ik eens een cursusje tekstschrijven voor kunstenaars gaan geven?

De expositie is tot en met 21 december 2020 te zien in de oude stadsbibliotheek (Oudegracht 167).

Meer informatie voor openingstijden en tickets: klikhier.