Dik Binnendijk Zes of zeven politiebusjes stonden geparkeerd achter het politiebureau bij de Paardenveldbrug zondagmiddag. Het was drie uur en ik was net begonnen aan een stadswandeling. Het was een mooi plaatje voor ‘Kiek op Utrecht’, maar ik had mijn mobiel niet bij me. Hij ‘hing’ aan het stopcontact.

Over de brug kwam nog een donkerblauwe arrestantenbus aanrijden en langs de Catharijnekade liepen twee politiemensen te paard me stapvoets tegemoet. Was er een risicovoetbalwedstrijd? Als niet-voetballiefhebber hou ik dat niet bij. (Later begreep ik via de radio dat AZ  FC Utrecht met 5 – 1 had verslagen).

De echte reden van die overmaat aan politiebusjes hoorde ik ook op de radio: een protestmars door de binnenstad van zo’n vijfhonderd mensen tegen de coronamaatregelen van de overheid. Twee keer kwamen langs het gesloten vegan restaurant Waku Waku (Vredenburg 28), legden daar bloemen neer en staken kaarsen aan.

Vorige week was ik een paar dagen in Maastricht. Ook daar kenden ze Waku Waku waarvan de eigenaren weigerden QR-codes van bezoekers te controleren. Het restaurant werd toen door de gemeente gesloten.

Gesloten vegan restaurant Waku Waku. Foto: Dik Binnendijk

Toen Waku Waku nog de naam SNCKBR had, ben ik een keer binnen geweest. Er was geen tafel meer vrij voor vier personen. Het viel me op hoe hol het er klonk en daardoor vermoedde ik dat ik moeilijk mijn tafelgenoten zou kunnen verstaan. (Het voormalige restaurant Polmanshuis, Keistraat 2, was ook zo’n galmbak.) Dat was absoluut niet zo toen Kokkie nog de eigenaar het restaurant Paradijs was. Velen noemden dat het beste Chinese restaurant van Utrecht. Ik kwam daar zeker elke maand om eten te halen als ik geen zin of tijd had om te koken.

“Ha buurman!” begroette Kokkie me altijd als ik aan de beurt was om mijn bestelling te doen. En er volgde altijd een praatje. Zijn volledige naam was Liew Huat Kok. In het begin voelde ik me vereerd door die titel buurman, maar al snel had ik door dat Kokkie iedereen buurman noemde die in de wijk woonde.

Als je je bestelling gedaan had en afgerekend had, vroeg hij, z’n vrouw of een medewerker of je wat wilde drinken. Meestal nam ik dan een pilsje. Het was een kleintje pils maar wel gratis. Bij de afhaalbalie wachtte je dan totdat hardop je bestelling werd afgeroepen: “Wilt u er ook sambal bij?” Het was er altijd druk bij die balie.

Na 36 jaar sloot Kokkie zijn restaurant eind november 2017. Hij was toen zestig jaar. Zijn zaak stond al zes jaar te koop. Regelmatig vertelde hij me dat hij zo moe was, te weinig personeel kon krijgen en dat zijn gezondheid achteruit holde. Kokkie ging op gegeven moment zelf in de keuken staan omdat hij geen goede koks meer kon krijgen. Hij was uitgeblust en op. In een interview in DUIC vertelde hij dat hij jarenlang bijna zeven dagen per week werkte. Dat geloof ik graag. Regelmatig kwam ik Kokkie en zijn vrouw rond een uur of elf ’s avonds tegen in de Noordertunnel van het station als ik terugkwam van een concert uit Amsterdam. “Goeie avond buurman!” Ze woonden niet in de stad.

Onlangs kwam ik een mapje met foto’s tegen die ik van het gesloten restaurant Paradijs gemaakt heb. Helaas zitten daar geen foto’s met Kokkie bij. Zo’n twee jaar geleden kwam ik hem weer eens tegen in de stad. “Ha buurman!” Hij had zijn moeder bezocht in Maleisië; hij was uitgerust en weer gezond. Hij vertelde me dat hij ons miste en in Utrecht op zoek was naar een pand om opnieuw een zaak te beginnen. Ik heb er verder niets meer van gehoord of over gelezen. Na bijna twee jaar coronamaatregelen is hij vast blij dat hij geen restaurant meer is begonnen. Wat zou hij zelf nu vinden van al dat Waku Waku-coronagedoe rondom zijn vroegere Paradijs.

Toen ik na een uur wandelen om vier uur terugkwam bij de Paardenveldbrug reden net alle politiebusjes langzaam achter elkaar de brug over. Was de handhaving begonnen of juist afgeblazen? Ik wist het niet.

Eerder in Nieuws030: Ook aan Paradijs komt een einde | Nieuws030 - Nieuws030