Paul Hustinx - Onlangs zette de gemeenteraad een volgende stap in de toekomst van de Maliebaan. Dat gebeurde door in te stemmen met een eerste ‘Functioneel Ontwerp’ en een aantal randvoorwaarden (Integraal Programma van Eisen).

De kern van dit besluit is dat de auto’s van de middenbaan gaan en dat deze baan voortaan alleen nog maar gebruikt zal worden door voetgangers en fietsers. Het autoverkeer moet worden beperkt en kan alleen nog gebruik maken van de ventwegen.

Het basisidee hierachter heeft de gemeente voor een groot deel overgenomen van een bewonersgroep waarvoor Maarten van Rossem als boegbeeld naar voren trad en die nu opereert onder de naam Stichting de Maliebaan i.o. (in oprichting). Deze vond aanvankelijk weinig gehoor, maar gaandeweg, vooral na een bijeenkomst in Podium Oost met een presentatie door Van Rossem, gingen college en een raadsmeerderheid overstag.

Echter, lang niet alle aan- en omwonenden gingen hierin mee en ook in de raad is er buiten de coalitie weinig steun. Ook ontstond de raadsmeerderheid pas toen D66 na lang aarzelen voor de autoloze middenbaan koos.

Impressie van de middenbaan van de Maliebaan in de toekomstige situatie. Bron: IPvE, Gemeente Utrecht

Bewoners werkten intussen aan een alternatief waarbij de middenbaan een ‘fietsstraat’ moet worden waarbij auto’s als gast welkom zijn. Gesteund door het verkeerskundig bureau Goudappel zagen het college en de haar schragende fracties dit niet zitten omdat er op een recht stuk weg zonder veel overstekers te weinig snelheidsremmende factoren werkzaam zouden zijn waardoor uiteindelijk de oude situatie – de middenbaan als autoweg – in stand gehouden zou blijven.

De weerstand onder bewoners en de meeste oppositiefracties bleef echter en het bewonersalternatief werd intussen verder uitgewerkt door Maliebaanbewoner Caspar Mol, tevens architect en ingenieur, wiens plan voor de snelheidsremming voorziet in verkeersdrempels op de middenbaan en die ook andere praktische en esthetische aanpassingen voorstelde zoals een grotere parkeerhoek voor de parkeerplaatsen om meer auto’s kwijt te kunnen, een mooiere en historisch correctere vorm van aansluiting van de Maliebaan op de Snellenlaan en een smallere kruising bij de Reigerstraat om de bomenrij zo min mogelijk te doorbreken.

Een presentatie van Mol op een Raadsinformatiebijeenkomst maakte indruk op veel raadsfracties, vooral van de oppositie, maar ook college en coalitie namen graag onderdelen van zijn voorstel over, maar lieten de essentie van het collegeplan om auto’s van de middenbaan te halen intact.

Begin februari ging de raad akkoord met het collegevoorstel, zij het met (de mogelijkheid tot) een aantal veelal door Mol geïnspireerde aanpassingen als het handhaven van alle voetpaden waar het plan er twee door groen wilde vervangen, geen opoffering van groen langs het spoor ten behoeve van parkeerplaatsen, alsnog aandacht voor de aansluiting op de Snellenlaan, en het uitgaan van een grotere inrijhoek voor de schuine parkeerplaatsen.

De debatten in de raad

Bij de debatten viel één ding op, en dat is het grote aantal fracties dat zich niet in de hoofdlijnen van het plan kon vinden. Dit betrof bijna de gehele oppositie, zowel de rechtse, de VVD, het CDA en de PVV als de linkse, de PvdA en de SP, alsmede Student en Starter.

Het plan redde het bijna alleen door de steun van de drie coalitiepartijen GroenLinks, D66 en CU, aangevuld met de Partij voor de Dieren en een niet toegelichte stem van Stadsbelang. Opvallend was dat de tegenstanders alle hetzelfde argument gebruikten: er is geen draagvlak en de participatie was niet goed verlopen. Er was slecht naar bewoners geluisterd, terwijl ze juist een goed doordacht alternatief hadden uitgewerkt, vonden velen. Bovendien had een verkeerssimulatie voor de nieuwe situatie van de heer Mol overtuigend aangetoond dat de plannen grote verkeersproblemen met zich meenemen. Sommigen, zoals de VVD, wilden er zelfs een expliciet verkiezingsthema van maken.

Wethouder Van Hooijdonk zei echter na een lang discussietraject toch graag een besluit te willen nemen dat in lijn ligt van het voorgaande raadsbesluit waarin al met dezelfde krappe meerderheid was gekozen voor een autovrije middenbaan. Over de participatie zei ze dat bewoners nu eenmaal niet altijd op een lijn zitten en ‘je er soms met elkaar niet uit komt’. Bovendien laat de gemeente ook stadsbrede ambities en eigen expertise meewegen, aldus de wethouder.

Over de door Caspar Mol gepresenteerde verkeerssimulatie, waarin hij met de gangbare verkeersmodellen en de gemeentelijke verkeersprognoses voor de geplande inrichting liet zien hoe één ‘vrachtautootje’ 5 minuten nodig had om bij de kruising met de Reigerstraat te komen, zei ze dat Mols aannames niet volledig klopten. In zijn modelleringen zouden ‘een aantal elementen’ ontbreken ‘die in een verkeersmodel heel gangbaar zijn’, zoals spreidend en verdampend verkeer en autonome trends: ‘wij werken vaker met verkeersmodellen’. Gesprekken met Mol hierover waren op niets uitgelopen, aldus de wethouder.

Wie de raadsbesprekingen beluistert, kan zich gezien het grote aantal fracties dat zich ‘tegen’ uitspreekt afvragen hoe groot het draagvlak is, echter de voorstanders winnen het op basis van hun zetelaantallen. Zijn de twee grootste fracties – GroenLinks en D66 - vóór, dan is het eigenlijk al bijna helemaal gepiept. En een raadsmeerderheid betekent in democratische zin een draagvlak. Maar de vele tegenstanders beriepen zich wel bijna alle op het gebrek aan draagvlak onder omwonenden. De VVD was hierin het duidelijkst: na diverse bezoeken aan de buurt was het voor raadslid De Pagter evident dat de tegenstanders veruit in de meerderheid zijn. 

De bewoners: Hans Kraak

Volgens Maliebaanbewoner Hans Kraak is de overgrote meerderheid van de omwonenden tegen het gemeentevoorstel en voor het plan-Mol voor een fietsstraat met snelheidsremmende maatregelen, en is het aantal voorstanders ‘zegge en schrijve 3 bewoners van de Stichting Maliebaan die nog steeds in oprichting is’. En ‘dat is de gesprekspartner van de gemeente’. Kraak hekelt het feit dat door de gemeente nu ‘naar voren wordt gebracht dat er geen eendrachtige mening is’.

Hij vreest met veel andere tegenstanders nog steeds voor veel verkeersoverlast op de ventwegen. “Als alle verkeer dat nu over Maliebaan gaat straks over de parallelwegen moet, betekent dat een enorme achteruitgang van het verblijfsklimaat op de parallelwegen”. De huizen zijn er niet op berekend en het geeft geluids-, trillings- en fijnstofproblemen. “Het staat haaks op het landelijke beleid om verblijfskwaliteit te verbeteren”.

Kraak verwacht niet dat het verkeer zomaar zal verdampen, want ‘ik zie zo 1, 2, 3 de alternatieven niet’. Hij verwacht extra verkeer op de Burgemeester Reigerstraat en langs het Wilhelminapark en opstoppingen op de parallelwegen omdat de kruisende fietsstroom voorrang krijgt. Verder wijst hij erop dat een belangrijke aanleiding voor de voorgestelde oplossing, het aantrekkelijk maken van de ‘Herenroute’ voor fietsers naar De Uithof, inmiddels niet meer zo’n rol speelt.

Over de in het vergelijkend onderzoek voor beide plannen gehanteerde cijfers waarop de eindconclusies zijn gebaseerd heerst onder bewoners nogal wat verwarring, vertelt Kraak, omdat bureau Goudappel in eerste instantie het bewonersplan beter vond, maar in tweede instantie toch dat van de gemeente.

Pogingen om dit door een onafhankelijk bureau nog eens nader te laten uitzoeken liepen op niets uit. “We bijten niet in de hand die ons voedt”, had men geantwoord, wijzend op de vele gemeenten die men als vaste klant heeft. Hoe dan ook, ‘dit hele traject heeft met participatie helemaal níéts te maken’, vindt Kraak, want een breedgedragen bewonersplan ‘wordt weggestreept’ tegen een inbreng van 3 bewoners.

Hij en vele andere bewoners vinden overigens het idee voor een Maliebaanpark naar historisch model met een promenade in het midden op zich zo gek nog niet, alleen achten ze het met de huidige verkeersdruk en de ‘megagrote’ bevoorradingsvoertuigen nog niet gewenst om al het verkeer over de ventwegen te leiden. Maar als het verkeer in de toekomst afneemt, wat Kraak zeker verwacht, ziet hij wel degelijk mogelijkheden voor zo’n park. Hij denkt hierbij aan 2035 of 2040. “Je kunt niet alles morgen realiseren, er is ook een visie voor langere termijn nodig.”  

De bedenker van het bewonersalternatief: Caspar Mol

De bedenker van het alternatieve bewonersplan is Caspar Mol, Maliebaanbewoner en tevens ingenieur en architect. Hij draaide ook een visuele simulatie van de verkeerssituatie na realisatie van het plan met de gangbare modellen en uitgaande van de door de gemeente zelf gebruikte prognoses voor het aantal auto’s per ventwegdeel.

Voor de zuidoostelijke ventweg gaat de gemeente uit van 1000 auto’s per dag. De modellen genereren dan met kennis van de verkeersdrukte elders en een aantal aannamen autootjes en fietsjes aan de hand waarvan te zien is hoe het verkeer ter plekke doorstroomt.

Zo vond Mol dat een vrachtautootje in de middagspits 5 minuten nodig had om de kruising bij de Reigerstraat te bereiken. Te lang, vindt hij, want dan gaan automobilisten ‘rare dingen doen’. Ook verbaast hij zich over die 1000 auto’s die de gemeente er verwacht want dat zou 6/7 minder extra verkeer bovenop de 700 auto’s die nu dagelijks over dit ventwegdeel rijden, maar 300 meer in plaats van de 2200 die nu de middenbaan gebruiken.

Wethouder Van Hooijdonk zei dat Mol in zijn simulaties veel aspecten had gemist, maar volgens Mol zijn het toch echt ‘hún simulaties met hún cijfers’. “zouden ze u kunnen overtuigen als er 6 van de 7 auto’s verdwijnen?”. Hij voelt zich ‘zwart gemaakt’ door de wethouder.

Maar gaat zijn plan voor auto’s en fietsers op de middenbaan niet voorbij aan de centrale wens om die baan juist autovrij te maken om zo de verblijfskwaliteit in het groen van de Maliebaan wezenlijk te verhogen? Volgens Mol verandert er in het gemeenteplan niet zoveel, behalve dat er een verbodsbord voor auto’s bij de middenbaan komt te staan. ‘Het wordt geen park’, immers ‘het asfalt blijft liggen, alleen de auto’s gaan naar de ventweg’. “Kun je dan rustig wandelen? Het is er nu ook hartstikke mooi en groen. Je kunt prima lopen hier.”

En zijn plan verhoogt juist de verblijfskwaliteit op de ventwegen, zo benadrukte hij in zijn presentatie al. Op zich zou hij zo’n autovrije middenbaan ook wel willen, “maar los dan het verkeer op, maak dan een lusje bij de Snellenlaan”. Pas dan kan er een ‘leuk verblijfspark’ ontstaan, zegt hij. “Als ze dat hadden voorgesteld, hadden we het met open armen ontvangen, geweldig! Wie zou daar niet voor zijn?”

Echter, reeds ‘de groep Van Rossem zei: wij kijken niet naar verkeer’, aldus Mol, maar ‘ik kijk naar de totale verblijfskwaliteit‘. De lus bleek de gemeente niet te willen, dus kon Mol gezien de te verwachten verkeersproblemen, zoals met de auto’s die bij de Reigerstraat de fietsersstroom moeten doorkruisen, niets anders dan uitkomen bij een fietsstraat met auto’s op de middenbaan. Immers, het kruispunt zal volgens hem niet ‘functioneren door te weinig gaten’ in de stroom fietsers.

Op de vraag of hij die lusoplossing niet meer onder de aandacht had moeten brengen, reageert hij enigszins verontwaardigd, want dit heeft hij juist ‘meerdere malen’ gedaan. “Ik heb eindeloos veel brieven geschreven aan raadsleden en de projectleider, maar daar is toen niets mee gebeurd. Ik weet niet hoe ik hier nog meer nadruk op had moeten leggen.” Ook beseft hij dat deze oplossing betekent dat veel verkeer moet omrijden, wat ook tot onvrede leidt.

Uiteindelijk kon hij binnen de omstandigheden niet meer dan bij zijn huidige plan blijven, ook omdat het ‘niet veel kost’. Over het draagvlak onder omwonenden is hij ook duidelijk: voor zijn plan hebben 3000 mensen getekend tegenover 3 mensen van de Stichting Maliebaan i.o., die met de gemeente samenwerken, een verhouding van 3000 : 3 dus.

De politieke oppositie: VVD en PvdA

De VVD denkt er gelijksoortig over. Raadslid Marijn de Pagter is langs de deuren geweest en heeft onder bewoners geënquêteerd. Zijn indruk op basis daarvan is dat er zeker zo’n 3000 tot 3500 tegenstanders zijn in de ‘bredere wijk’ tegenover ‘een handjevol’ voorstanders. De VVD wil er in Oost zeker een verkiezingsthema van maken. In haar tegenstand wordt de partij niet alleen gesteund door rechtse maar ook door linkse partijen, zoals de PvdA en SP.

Marijn de Pagter (VVD). Foto: Ton van den Berg

PvdA-woordvoerder Irene Sinteur verwijst ook naar de 3000 handtekeningen tegen en zegt eveneens op basis van gesprekken met bewoners en passanten ter plekke te concluderen ‘dat er wel mensen voor zijn, maar de meeste zijn tegen en er is grote onvrede over het participatietraject’. Participatie mag volgens Sinteur niet alleen plaatsvinden ‘om een vinkje te kunnen zetten: als je bewoners uitnodigt voor participatie, moet er ook enige bereidheid zijn om de plannen aan te passen’.

Wacht eens even, had de PvdA niet juist het boegbeeld van het hele Maliebaanpark op haar lijst staan als lijstduwer, niemand minder dan Maarten van Rossem? Deze pleitbezorger van de sociaaldemocratie bleek onlangs nog helemaal niet op de hoogte van het feit dat ‘zijn’ partij zich tegen zijn geesteskindje had uitgesproken. “Ik wist niet dat de PvdA tegen had gestemd, dat vind ik bijzonder jammer, als ik het geweten had, had ik ze geadviseerd het niet te doen. Ik vind het uiterst kortzichtig, omdat als je het afstemt, het de vraag is of het niet voor een kwarteeuw van tafel is.”

Meer over Van Rossem versus de PvdA-fractie op dit onderwerp leest u hier: Lijstduwer Maarten van Rossem wist niet van PvdA-tegenstem bij Maliebaanplan: ‘Ik had ze graag anders geadviseerd’ (duic.nl).

De grootste voorstander in de politiek: GroenLinks

Velen stellen dus dat het aantal tegenstanders veel groter is dan het aantal voorstanders, waarbij vaak die verhouding van 3000 tegenover 3 opduikt. De grootste coalitiefractie GroenLinks ziet dit toch anders. Raadslid Heleen de Boer: “Wij hebben van meer dan een handjevol mensen gehoord dat ze het een heel mooi plan vinden, een plan met potentie voor een heel groot deel van Utrecht, er kunnen veel meer mensen van genieten dan alleen de dicht omwonenden”.

De Boer wijst er ook op dat de Fietsersbond zich openlijk voor het plan heeft uitgesproken, een bond die ook ‘duizenden leden’ vertegenwoordigt. Ook kun je volgens De Boer kijken naar de vele dagelijkse overstekers van de Maliebaan, dat zijn er ook duizenden, die het misschien ‘wel een goed idee vinden’. “De mensen die vóór zijn hoor je niet.” Verder zegt zij: ‘dit soort beslissingen neem je voor de bredere stad’.

Heleen de Boer (GroenLinks). Foto: Ton van den Berg

Betreffende het ‘bewonersalternatief’ vindt zij het ‘jammer dat de bewoners steeds teruggaan naar het oude plan waarvan de raad heeft gezegd: dat willen we niet’. Zij zegt de zorgen van bewoners wel te begrijpen, maar denkt dat die met snelheidsremmende maatregelen voldoende kunnen worden weggenomen en dat uiteindelijk ‘de overlast mee zal vallen’. “Ik denk dat het plan wel degelijk kan gaan werken en dat het ook een mooi gebied kan worden.”

GroenLinks-wethouder Van Hooijdonk sprak ook al over bredere buurtoverstijgende belangen die moeten worden meegenomen en zei over de participatie dat ‘bewoners nu eenmaal niet altijd op één lijn zitten en je er soms met elkaar niet uit komt’. Ook Maarten van Rossem, die op dit punt meer op de lijn van GroenLinks zit dan op die van zijn ‘eigen’ PvdA, sprak al van ‘algemeen belang’, en vond dat de politiek het voortouw moest nemen in plaats van de meningen van de buurt ‘op te tellen en af te trekken’.

De gemeente Utrecht

De gemeente verwacht dat de nieuwe situatie goed werkbaar zal zijn. Zo’n 33 procent van de auto’s zal volgens de modellen ‘verdampen’ door een andere route te nemen of doordat er voor een andere vervoerswijze wordt gekozen. Gemiddeld zal het op de ventwegen weliswaar twee tot driemaal zo druk worden als nu, maar door gebruik van vlakke verharding zal het geluid op drie van de vier ventwegdelen niet toenemen en op het vierde deel onder de tevoren vastgestelde acceptabele bovengrens blijven, zo blijkt uit de nota waarin de gemeente op alle bezwaren reageert. Het staat nog niet vast dat het huidige asfalt ‘gewoon blijft liggen’. Daar gaat de gemeente nog naar kijken in de volgende fases van de uitwerking, zegt woordvoerder Matthijs Keuning. De start van de staat volgens hem nu gepland voor eind 2023 of begin 2024, en de oplevering moet in 2025 plaatsvinden.

De Stichting De Maliebaan

En de Stichting de Maliebaan, bestaande uit de drie mensen die volgens sommigen de enige voorstanders zouden zijn? Hoe staat het daar eigenlijk mee? Zij laten weten geen behoefte te voelen iets te zeggen over de tegenstand. “We zien geen reden om op plannen van anderen te reageren nu de plannen van de gemeente definitief zijn.”, meldt woordvoerder Mariëtte Graafland in een schriftelijke reactie.

Zij zien het besluit van de raad als onomkeerbaar en als basis om mee verder te gaan. “Wij zijn blij dat de gemeente een besluit heeft genomen en daarmee duidelijkheid naar alle partijen schept, zodanig dat een volgende stap genomen kan worden: naar een volgende fase van een definitief ontwerp.” Op de vraag hoe men met de vele tegenstanders in de buurt omgaat, gaat Graafland in haar reactie niet in, evenmin op de vraag wat er al gebeurd is sinds de Stichting is aangemeld.

Meningen toch verenigbaar?

Op het eerste gezicht lijken er grote tegenstellingen, mensen zijn voor de parkvariant of zijn daartegen en verkiezen het plan-Mol met toch nog auto’s op de middenbaan. Maar, zo stellen verschillende betrokkenen ook, op een hoger niveau zijn ze het misschien toch eens. Veel tegenstanders van het huidige collegeplan laten immers weten zo’n parkvariant als langetermijndoel wel te zien zitten.

Zo verwacht Hans Kraak dat het plan met de huidige verkeersdruk en nu rondrijdende zware bevoorradingsvrachtwagens nu nog teveel overlast met zich meebrengt, maar rond 2035 of 2040, als de verkeersdruk beduidend is verminderd en er alternatieven zijn voor bevoorrading acht hij de tijd er wel rijp voor.

Idem Irene Sinteur van de PvdA. Ook zij verwacht dat het verkeer in de toekomst zodanig afneemt dat het plan dan wel realistisch kan worden, tenminste als de gemeente niet met al te veel verdichting opnieuw extra verkeer genereert. En dan hebben we nog Caspar Mol. Hij zou het parkvoorstel ‘met open armen ontvangen’ dan wel ‘geweldig’ vinden als de gemeente het doorgaand verkeer zou afknijpen met een keerlus aan het einde van de ventwegen.  “Maar dat doen ze niet”. En zo koos hij ervoor om een alternatief uit te werken.

Hoe nu verder?

Hoe het nu verder gaat is afwachten. Veel zal afhangen van de verkiezingsuitslag. Krijgen de huidige voorstanders weer en meerderheid? Zo nee, dan is het nog de vraag of de huidige tegenstanders de kwestie zo belangrijk vinden dat ze een reeds ingezet traject na een genomen besluit weer willen openbreken en of zij daartoe wel de ruimte krijgen van coalitiegenoten die ook in het huidige college zaten. We zullen zien hoe het verder zal verlopen.