Door Ad van Liempt - Met buurman Rob naar de Galgenwaard. Hij is zijn leven lang AZ-fan, want Alkmaarder. Op 28 januari van dit jaar mocht ik met hem mee, naar het Afas-stadion. Daar werd AZ – FC Utrecht met 5-5 een ongekend spectaculaire wedstrijd – voor mij de mooiste die ik ooit live bijwoonde. Met zes Griekse doelpunten, drie van Pavlidis voor AZ, drie voor Douvikas voor FC Utrecht: wat een avond was dat!

Zondag in Vak P van de Galgenwaard, waar de sneeuw begon neer te dwarrelen, evalueerden we de eerste helft. Het stond 0-1, een typisch spitsendoelpunt van Pavlidis, zijn vijftiende van dit seizoen. We waren het eens: FC Utrecht was even machteloos als kansloos, geen creativiteit, geen stootkracht in de aanval. Het zou wel een eenvoudige 0-2 worden, dachten we, met een counter, ongetwijfeld via de razendsnelle Poku die voor de Utrechtse linksback Leliendal niet bij te houden was. 

Maar een uur later moesten we voor de zoveelste keer vaststellen dat voetbal zich niet laat voorspellen. Er kwam na rust een herboren FC Utrecht uit de kleedkamer, dat opeens sterk aan de bal was, bij vlagen flitsend aanvalsspel liet zien en volop kansen creëeerde. Die werden bijna allemaal gemist: voor Douvikas is nu eenmaal geen adequate vervanger gevonden.

Spits Lidberg viel halverwege de eerste helft uit, en Seuntjes schoof op naar de midvoorplaats (zoals dat vroeger heette). Hij kan misschien wel beter voetballen dan Douvikas, maar een koele kansenbenutter is hij zeker niet. FC Utrecht maakte wel gelijk, opnieuw door een middenvelder, Jensen ditmaal.

De doelpunten komen dit jaar moeizaam tot stand en vrijwel altijd door een speler uit een van de twee achterste linies. Jensen benutte de rebound na een losgelaten schot van Boussaid. De kapbeweging waarmee deze zijn pegel voorbereidde was wel van ongekende schoonheid: bijna het hele stadion stond op het verkeerde been.

Die tweede helft - het bleef uiteindelijk 1-1 - was wel zeldzaam aantrekkelijk, de mooiste helft van dit seizoen, daar was iedereen het wel over eens. Behalve misschien buurman Rob die vond dat AZ veel te slordig speelde en daardoor de kans miste om FC Utrecht op de knieën te dwingen en daarmee over Feyenoord heen naar de tweede plaats te springen.

Conclusie voor FC Utrecht? In de tweede helft speelde de club goed, veel beter dan in de rest van het seizoen. Het is vanaf nu normaal gesproken geen serieuze degradatiekandidaat meer en met de steun van het publiek (dat na rust opnieuw zijn topvorm bereikte) kan het in Galgenwaard elke club, ook de eredivisietop, de stuipen op het lijf jagen.

Maar het grote probleem blijft het scorend vermogen van de voorhoede. AZ behield Pavlidis deze zomer en staat derde. Utrecht verloor Douvikas en staat veertiende. Qua kansen, zei Vak P-genoot Ton na de wedstrijd, had het wel weer 5-5 kunnen worden. Maar zonder scorende spits zitten zulke uitslagen er voor de FC voorlopig niet in.