Door Dries van Dijk - Muziek en poëzie kennen een sterke verbondenheid. Klank en taal trekken gezamenlijke draden door een oergeschiedenis van de uitdrukking in emotie en betekenis. Klanken kunnen worden gevormd tot muziektonen, of tot woorden die, beluisterd in composities en poëzie, de mens kunnen bewegen om het leven anders, opnieuw, te ervaren.

De Utrechtse dichter Henk Ester combineerde een voordracht over klank en taal, muziek en poëzie met de klassieke composities door het Utrechts String Quartet. Een gelauwerde combinatie, want Ester bracht twee bundels met ‘Bijgeluiden’ uit, in 5-delige, genummerde cycli. Hij won de Cees Buddingh-debuutprijs, terwijl de 4 strijkers inmiddels ook internationaal veelgeprezen muzikanten zijn. Het Quartet speelde stukken van Tsjaikovsky, Beethoven en Astor Piazzolla. Ester was dit seizoen de derde spreker in een serie met het USQ in de Utrechtse Galerie Kuub.

Ester ervaart poëzie in het schemergebied tussen taal en klanken. Het verwaaien van de klanken, ‘in de luwte van flarden violen en raamsopranen’ vanuit de conservatoriumvensters op de Mariaplaats. In de duinen van Castricum de klanken van de zee, de provinciale weg en de wind in de zeewering. In dit schemergebied ontstaat het poëtisch gezichtsveld.

‘Als je je ogen sluit, hoor je klank in Es-groot, de klank van water, maar ook de klank van de eerste 136 openingsmaten van de Wagner-opera Das Rheingold. Dit schemerzintuig werkt, zoals de dichter Simon Vestdijk zei, ‘om iets te kunnen zien, waar wij niet naar  kijken.’

Ester verbindt dit met klank: ‘Woorden pikken de emotie op van klanken en krijgen betekenis.’ Klanken zijn basaal in het bestaan en in de kunst. Zo verbindt hij de klanken van de mantra’s van Vuurgod-ceremonie uit Kerale, Zuidwest India, uit de tijd dat nog niet werd gesproken mondeling doorgegeven tot nu, met de zoektocht van componist Messiaen naar vogelgeluiden in het bos.

De luisteraar kan dit ervaren als hij niet louter de betekenis van woorden probeert te volgen, maar ook de expressie van de klank in zich laat resoneren. Dan kan klank meedragen tot verrassende emotie en betekenis in de schemergebieden van je leven. Dat is ook de vreugde van het bijwonen van een voordracht van Henk Ester. Zijn verklanking en ‘vertaling’ brengt de woorden en strofes tot leven en nodigt de toehoorder, of lezer, uit om ‘de spanning tussen mogelijkheid en werkelijkheid’ te ervaren.

……‘Wie een steen wil spreken, kere terug naar het begin

          - het vuur, het branden van de geest - 

                  want een steen is niet geroepen koud te zijn   

(citaat Bijgeluiden XIV Dichten (2), 1. Kiezelweren zweven)

Tot grote verrassing speelde het Quartet bij Ester’s voordracht van de laatste strofe van Loriot, - het 4e gedicht van Bijgeluiden XXVI ‘Roepen’ -, de openingsmaten van Piazzola’s ‘Voorjaar’ uit Cuatro Estaciones. Het klonk, haast te mooi, bij

Dissonanten schrijnen

uit volle borst schrijnen zij  

van Robinia quasi acacia

tot zeewaardige verhalen

Galeriehouder Jaap Roëll was zeer ingenomen met de belangstelling voor muziek en voordracht en wil doorgaan. Henk Ester wil graag de verweving van muziek en poëzie uitbouwen met het Utrechts String Quartet; de violistes Eeva Koskinen, Katherine Routley, altviolist Mikhail Zemtsov en cellist Sebastian Koloski. www.kunstruimtekuub.nl. De Literaire boekhandel werkte mee aan deze serie.