Utrecht ziet er dynamisch uit. Kom je uit het station dan moet je als fietser of voetganger je een weg banen door een bouwput. De binnenstad rond het Centraal Station ligt al vele jaren overhoop. Volop wordt gebouwd aan het nieuwe stationsgebied met bijbehorende infrastructurele voorzieningen.

De eerste aanleiding voor die grootschalige plannen komt van de landelijke aanpassing van de infrastructuur met spoorwegverdubbeling, railstadspoor, tram en bus. Daarop aansluitend worden nu plannen uitgevoerd van een vernieuwd Hoog Catharijne met woningen en culturele voorzieningen. Kijk eens naar het nieuwe Muziekpaleis!

Utrecht is ondanks de crisis in de bouwsector sterk in beweging. Dat maakt indruk op bezoekers uit binnen- en buitenland. Voor de woningbouw ligt dat toch anders. Het oorspronkelijk geplande woningbouwprogramma van 3000 per jaar wordt bij lange niet gehaald. De bouw in Leidsche Rijn verloopt veel trager dan de bedoeling was. Sinds 2008 is de woningmarkt op het gebied van nieuwbouw koopwoningen, nagenoeg gestagneerd. Wat de afgelopen jaren gebouwd is zijn appartementen voor studenten en starters.

Voor de oudere doelgroep gaat er in Utrecht nu wel een knelpunt ontstaan. Het algemeen beleid is dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Verzorgingshuizen gaan verdwijnen. Verpleeghuizen zijn in de toekomst alleen nog toegankelijk voor mensen die een Zorg/ Zwaartepakket (ZZP) van 4 of hoger nodig hebben. Dat betekent dat veel ouderen, als ze met lichamelijke (en niet al te zware geestelijke) beperkingen geconfronteerd worden, op zichzelf aangewezen blijven en afhankelijke worden van mantelzorg of commerciële dienstverlening als Tafeltje Dekje etc.

Aanpassing van de eigen woning met een traplift  en dergelijke is op  termijn zelden een afdoende oplossing omdat de sanitaire voorzieningen in de meeste woningen niet geschikt te maken zijn voor rolstoelgebruik. Professionele hulpverlening is alleen mogelijk als ruimtes voldoen aan Arbo-eisen. Verhuizen naar een geschikt appartement is de enige afdoende mogelijkheid. Dat moet dan een levensloopbestendig appartement zijn waar je met fysieke beperkingen zelfstandig goed kan functioneren. Ouderen zijn zich van de ingrijpende gevolgen van het langer zelfstandig wonen nog niet of nauwelijks bewust. Voor vitale ouderen lijkt het allemaal nog ver weg. Er is nog weinig animo om zich te richten op een wooncarrière die aan eisen voldoet voor een levensfase met beperkingen.

Toch zullen velen, of ze willen of niet, hiermee geconfronteerd worden. Van de 330.000 inwoners  in Utrecht  hebben er bijna 60.000 de leeftijd van 65+. Als adviseur wonen van de ACO ben ik betrokken bij het instellen van woon/ servicezones per wijk. Daarnaast heb ik overleg met ontwikkelaars voor de bouw van kleinschalige projecten met levensloopbestendige appartementen in de wijken waar de meeste behoefte is. Vaak zijn  dat locaties waar gebouwen niet meer nodig zijn, zoals scholen en bedrijven.

Ouderen willen, als ze naar een geschikt appartement verhuizen, wel het liefst in de eigen wijk blijven waar ze de sociale contacten hebben. Ze willen een appartement op een aantrekkelijke locatie met voldoende ruime kamers, buitenruimte en een parkeerplaats. Woningcorporaties zijn de eerst aangewezen (sociale) ontwikkelaars vanuit hun volkshuiswestelijke doelstelling. Maar die laten het afweten vanwege de financiële afdracht die de minister van hun verlangt.

Mijn inzet is dat het gemeentebestuur in actie komt voor ouderenbeleid en dat commerciële ontwikkelaars in dit gat in de markt springen. Vooralsnog is dat in de huidige markt een moeizaam proces. Woningbouw vraagt een lange termijnplanning. De tijd dringt want over zo’n tien jaar, als echt de nood aan de man is, zal verwijtend gekeken worden naar onze huidige bestuurders die geen visie hadden om tijdig maatregelen te treffen voor geschikte woonvormen voor ouderen.

Jan Jansen, adviseur wonen bij de ACO (Gemeentelijke Adviescommissie Ouderenbeleid) .