Door Vincent Oldenborg - De tragische verdrinkingsdood van de 14-jarige Anouar Chaibi maakt terecht een hoop emoties en discussie los. 

Natuurlijk gaan je gedachten en medeleven in eerste instantie naar zijn familie en vrienden. Het verliezen van een kind is het ergste wat een ouder kan overkomen. 

In tweede instantie komt de vraag naar boven of het te voorkomen was geweest. Dat is een vraag waar je waarschijnlijk nooit een sluitend antwoord op zult krijgen.  

Elk jaar verliezen tientallen kinderen in Nederland het leven door verdrinking. Na een jarenlange daling van het aantal slachtoffers van verdrinking, is er de laatste jaren sprake van een verontrustende toename. 

Bij het zoeken naar oorzaken voor deze stijging komt steeds weer de afschaffing van het verplichte schoolzwemmen in beeld. Op zich niet zo’n vreemde gedachte. Alhoewel je door het bezit van een zwemdiploma niet volledig gevrijwaard wordt voor het risico van verdrinking, maakt het de kans dat je je kunt redden als je te water raakt een heel stuk groter. 

Sinds scholen de vrijheid hebben om zelf te kiezen of schoolzwemmen wordt opgenomen in het lespakket, is het op veel scholen afgevoerd van het rooster. 

Uit onderzoek blijkt bovendien dat slechts 16% van de ouders belang hechten aan behoud van het schoolzwemmen en dus lijkt de keuze van de scholen logisch. 

Waarschijnlijk zal een deel van de ouders op het standpunt staan dat ze het zelf wel kunnen regelen en die doen dat dan ook. Die mogelijkheid is echter niet voor iedereen weggelegd. 

Voor gezinnen die moeten rondkomen van een minimaal inkomen zijn de kosten van zwemlessen die resulteren in een zwemdiploma A vaak een onoverkomelijke hindernis, zeker als er sprake is van meerdere kinderen in het gezin. 

De U-pas blijkt hier voor geen oplossing te bieden. Bovendien is de gedachte achter de U-pas dat het een middel is om jongeren in gelegenheid te stellen mee te doen aan sport en cultuur. Dat beoogt mede om de jongeren te leren kiezen voor iets waarin ze hun talenten verder willen ontwikkelen naast alles waarvan wij vinden dat ze het sowieso moeten leren. 

Leren zwemmen is in een waterrijk land als het onze toch vooral te beschouwen als een noodzakelijke basisvaardigheid om het hoofd letterlijk boven water te houden en niet als de aanloop naar een mogelijke zwemsportcarriere. Daarom is de U-pas hiervoor niet het juiste middel.

Het is dan ook niet voor niets dat de gemeentelijke financiering van het schoolzwemmen, beschikbaar voor alle scholen die er wel voor kiezen, op de onderwijsbegroting staat en niet bij sport of armoedebestrijding.

Het feit dat het geld voor zwemles in principe beschikbaar is voor alle Utrechtse basisschoolleerlingen, doet de vraag rijzen of we niet op zoek moeten naar een systeem waarbij het geld, dat nu niet door de scholen gebruikt wordt, kan worden ingezet om kinderen van ouders die het niet uit eigen middelen kunnen betalen en waarvan de school besloten heeft de zwemlessen af te voeren van het lesprogramma, de mogelijkheid te bieden om op vaste momenten buiten schooltijd het zwemdiploma te behalen. 

Daarmee blijft de verantwoordelijkheid bij de ouders en opvoeders liggen maar kan financieel onvermogen niet langer een belemmering zijn.

Dat er ook in de voorlichting nog een hele slag gemaakt kan worden, moge blijken uit de behartenswaardige reactie van Abdelmajid Khairoun, voorzitter van de moskee waar Anouar in het weekend arabische lessen kreeg. 

Zo stelde hij bijvoorbeeld dat het wegvallen van schoolzwemmen als verplicht vak door velen binnen zijn achterban als een signaal is opgevat dat het dus niet langer van belang is, een reactie die minder vreemd is dan het voor sommigen misschien lijkt. 

Datzelfde geldt voor het idee dat zwemles net zoiets is als een andere sport die je zou kunnen kiezen. 

Het is niet voor het eerst dat bij politieke besluiten onvoldoende is nagedacht over de onbedoelde maatschappelijke signalen die van zo’n besluit uitgaan. We hebben nu eenmaal niet allemaal onze roots in een land liggen waar volgens velen fietsen, zwemmen en schaatsen tot de normale basisvaardigheden behoren. 

Laten we hopen dat het trekken van lessen uit de trieste dood van Anouar zich niet beperkt tot de achterban van meneer Khairoun, maar dat we allemaal nog eens goed nadenken over de keuzes die we in het verleden met betrekking tot het zwemonderwijs gemaakt hebben.